Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de inzet van vrijwilligers zeer effectief is bij de uitvoering van de schuldhulpverlening. Het is voor gemeenten aan te raden de inzet van vrijwilligers uit te breiden.
Voor het onderzoek Kwaliteitsverbetering schuldhulpverlening evalueerde het Verwey-Jonker Instituut 24 vernieuwende projecten rond schuldhulpverlening. Gemeenten richtten zich in deze projecten op integrale schuldhulpverlening en preventieactiviteiten. Landelijke vrijwilligersorganisaties ontwikkelden trainingen en coachingsmethodieken voor de inzet van vrijwilligers bij schuldhulpverlening.
Vrijwilligers bieden eigen kwaliteiten
Vrijwilligers zetten hun eigen kwaliteiten in naast de professional. Ze bieden mensen praktische ondersteuning vanuit een vertrouwenspositie, vooral in preventieve zin. Vrijwilligers zorgen er vaak voor dat cliënten niet wegzakken in de schulden, en tijdig hulp krijgen om hun administratie op orde te krijgen. Bij te grote schuldproblemen verwijzen de vrijwilligers door naar het professionele bemiddelingstraject. Ook dan kan een vrijwilliger cliënten helpen om het traject vol te houden. Bij de nazorg ondersteunen vrijwilligers cliënten om terugval te voorkomen en greep op het huishoudboekje te houden.
Nieuwe manier van werken
De professionals die al werken met vrijwilligers rapporteren positieve ervaringen. Ze kunnen zich meer concentreren op hun expertrol en de tijdrovende administratieve ondersteuning overlaten aan de vrijwilliger. In deze nieuwe vorm van schuldhulpverlening zijn duidelijke afspraken over de taakverdeling tussen professionals en vrijwilligers, en het trainen en begeleiden van vrijwilligers een must. Bovendien hebben veel cliënten die in de schuldhulpverlening terechtkomen last van meervoudige problematiek. Voor gemeenten is het daarom raadzaam om samen te werken met andere organisaties en zo de schuldhulpverlening te verbinden aan andere vormen van ondersteuning.
Geef een reactie