In 2021 ontvingen gemeenten meer dan 380.000 ‘signalen’ van betalingsachterstanden van partijen als energieleveranciers en woningverhuurders. Zo’n achtduizend mensen accepteerden daarna hulp. Dat blijkt uit de Monitor Vroegsignalering Schulden van Divosa, waaraan ruim tweehonderd gemeenten meedoen.
Sinds 2021 zijn gemeenten door een wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) verplicht inwoners met betalingsachterstanden vroegtijdig te benaderen met een aanbod voor schuldhulpverlening. Gemeenten ontvangen hiervoor signalen van betalingsachterstanden van energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, zorgverzekeraars en woningverhuurders.
Acceptatie 3 procent
Lokale overheden zijn verplicht al deze signalen op te volgen met een ‘passend aanbod’ voor schuldhulpverlening. Volgens Divosa is voor driekwart van de signalen een dossier aangemaakt. In 17 procent van de gevallen (bijna 39.000) is er daadwerkelijk contact gelegd met de inwoner.
Uiteindelijk leidde 3,4 procent van de meldingen tot acceptatie van een hulpaanbod. Waarbij de monitor niet beschikt over alle data van alle, circa 350 gemeenten in 2021. ‘Het aantal inwoners dat hulp heeft aanvaard naar aanleiding van vroegsignalering, zal landelijk in absolute aantallen hoger liggen,’ aldus Divosa.
Gemiddeld ontvingen gemeenten drie signalen van betalingsachterstanden per duizend inwoners per maand. Ongeveer een kwart van de dossiers bevat meerdere signalen. Dit kan van verschillende ‘vastelastenpartners’ zijn, of signalen van dezelfde partner in opeenvolgende maanden.
Snelle oplossing
Huisbezoeken en bellen blijken de beste manieren om in contact te komen met inwoners, het versturen van brieven levert minder op. Het geaccepteerde hulpaanbod bestond bij 60 procent van de achtduizend uit een zogenoemde snelle oplossing. ‘Dit betekent dat de gemeente snel met de inwoner een oplossing heeft kunnen vinden, zonder dat een verder hulptraject noodzakelijk was.’
Bij 30 procent ging het om een verwijzing van niet-financiële aard, zoals maatschappelijk werk. Bij ongeveer 5 procent, zo’n vierhonderd dossiers, is verwezen naar schuldhulpverlening of andere financiële hulpverlening.
Daarbij geldt volgens de monitor: hoe hoger de schuld, hoe groter de acceptatie van hulp in de praktijk. Bij de meeste betalingsachterstanden gaat het om een bedrag kleiner dan 1000 euro.
Datastroom ‘essentieel’
Divosa noemt de wettelijk verplichte data-uitwisseling positief. ‘Samenwerking met maatschappelijke partners, zoals energiebedrijven, drinkwaterbedrijven, zorgverzekeraars, woningverhuurders en het Rijk, is essentieel om mensen in een kwetsbare positie bestaanszekerheid te bieden, zeker met het oog op de stijgende inflatie en explosief gestegen energieprijzen.’
Monitor vroegsignalering
De Monitor Vroegsignalering Schulden ondersteunt gemeenten om vroegsignalering zo efficiënt en effectief mogelijk in te richten en mensen met geldzorgen snel te kunnen helpen.
Geef een reactie