Het slechte imago van schuldhulpverlening door gemeenten komt veelal door beeldvorming. Maar ook doordat er onvoldoende bekend is over wat werkt, het systeem te ingewikkeld is en zelfredzaamheid lang als excuus werd gebruikt in schuldhulpverlening. Dat zegt Roeland van Geuns, Lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Wat is er aan te doen?
Het schuldhulpprobleem begint bij de oorsprong, de schuldenaar en schuldeiser. “Dat ga je nooit helemaal oplossen, daar ligt zoveel aan ten grondslag. Maar we kunnen wel zoveel mogelijk voorkomen dat mensen in de problemen komen en dat is wat we moeten doen.” Van Geuns is als lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam al jarenlang betrokken bij onderzoek naar armoede en schuldhulpverlening en projecten gericht op effectiviteit en professionalisering. Hij deelt zijn visie op de schuldhulpverleningsproblematiek. Lees ook zijn tips voor gemeenten om schuldhulpverlening te verbeteren >>
Het begint volgens van Geuns bij het feit dat er onvoldoende bekend is welk soort interventies wel en niet effectief zijn voor welke burgers. “We weten ook eigenlijk niet wat we registreren en waar de relatief lage cijfers vandaan komen. Het deel van de mensen dat met inzet van schuldhulpverlening helemaal schuldenvrij wordt, is voor zover wij weten 25 tot 30 procent. Van de rest is gewoon niet bekend wat ermee gebeurd is. Hebben ze het toch zelf geregeld met schuldeisers of schulden met hulp van derden weggewerkt? Of zijn ze er alsnog met schuldhulpverlening uitgekomen, maar dan later? De Wsnp-aantallen dalen structureel de afgelopen jaren. De toeloop op schuldhulpverlening lijkt wat af te nemen. Het zou een indicatie kunnen zijn dat schulden minder oplopen, maar eigenlijk hebben we ook daar te weinig gegevens voor.”
In kaart
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken onderkent dat probleem. “Gemeenten geven een eigen invulling aan hun schuldhulpverlening afgestemd op de lokale situatie en gebruiken ook niet altijd dezelfde definities voor de verschillende vormen van dienstverlening. Dat maakt een nauwkeurige duiding van de betekenis van de beschikbare data en verbinding van verschillende databronnen binnen het stelsel van schuldhulpverlening complex,” zegt ze in een brief aan de Tweede Kamer. Klijnsma laat op dit moment in kaart brengen hoe groot de instroom, doorstroom en uitstroom van het stelsel van schuldhulpverlening precies is, en wat de resultaten en de uitgaven zijn. De klankbordgroep waar NVVK, VNG, Plangroep, Divosa en de gemeente Den Haag in zitten, verwacht dit voorjaar met een eindrapport te kunnen komen.
Ingewikkeld systeem
“Maar ook al hebben we weinig gegevens en weten we niet precies hoe en wat, er moeten meer mensen uit de schulden worden geholpen”, meent Van Geuns. “Een deel van het probleem is dat het systeem van hulpverlening te ingewikkeld is. Er wordt gedacht dat ermee leren omgaan door een training of cursus de oplossing is, maar het systeem moet gewoon eenvoudiger. Als je al twijfelt over het starten van een schuldhulpverleningstraject kan zo’n ingewikkelde training een extra drempel zijn om daadwerkelijk in te stromen. Wat diegene op dat moment moet leren is om met 50 euro per week rond te komen. Dat is al moeilijk genoeg!”
Zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid van burgers werd volgens Van Geuns door veel gemeenten lang als excuus gebruikt. “Nu komen gemeenten erachter dat de meeste mensen in de schulden het niet zelf kunnen, bijvoorbeeld in Rotterdam wordt dat nu erkend. Er is te lang in het kader van zelfredzaamheid gedacht dat mensen het zelf of met behulp van hun netwerk op kunnen lossen, maar dat is gewoon niet zo. Je netwerk bestaat vaak uit mensen die op je lijken en die kunnen helemaal niet helpen. Niet iedereen in de schulden heeft iemand in hun netwerk die het geld of de kennis heeft, of wonen erbij in de straat. Het lijkt ook dat het voor veel mensen veel makkelijker is om hun verhaal aan een onafhankelijk maatje te vertellen in plaats van aan de buren.”
Voorlichting
Werkt een campagne om het taboe op schulden te doorbreken, zoals in Amsterdam? “Het moeilijke aan voorlichting is dat mensen op een gegeven moment hun probleem niet meer zien en zich er ook niet door aangesproken voelen. Zo’n campagne zie je alleen als je ervoor open staat. Natuurlijk moet Amsterdam het uitproberen en het resultaat bekijken als onderdeel van het hele traject. Helpt het om mensen zich te laten realiseren dat ze een probleem hebben en daardoor om de eerste stap te zetten? Wat vooral werkt is wederzijds vertrouwen tussen hulpvrager en hulpverlener en de succesverhalen van mensen die er zelf mee te maken hebben gehad. Voor de geloofwaardigheid moeten niet alleen de wethouders succesverhalen delen, ook de mensen zelf. Degenen die het zonder het traject niet was gelukt, die verhalen heb je nodig. Je ziet nu dat mensen die hun ervaringen willen delen vaker worden ingezet ter ondersteuning van het schuldhulpverleningstraject, om te helpen als ervaringsdeskundigen.”
Subsidies
Vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is er 7,5 miljoen beschikbaar gesteld voor professionalisering van schuldhulpverlening. Daarnaast is door Klijnsma 4 miljoen gereserveerd voor projecten die armoede tegengaan en die voorkomen dat mensen in de schulden komen, naast de gemeentelijke hulp. “Beide subsidies zijn een goede zaak. De projecten helpen voor overkoepelende zaken naast het ‘hardcore schuldhulp deel’. Als Hogeschool van Amsterdam hebben wij twee van deze projecten lopen. Het ene is gericht op onderzoek naar schulden bij en hulp aan mensen met licht verstandelijke beperking (lvb). Hoeveel mensen zijn dat en welke aanpak hebben zij nodig? En een project gericht op incasseren bij een woningcorporatie, hierin bekijken wij samen met twee corporaties hoe voorkomen kan worden dat huurders (grotere) betalingsachterstanden oplopen. Bijvoorbeeld door de brieven aan te passen en te testen welke variant beter werkt, een sms herinnering bij automatische incasso of er genoeg geld op de rekening staat et cetera.”
Slim incasseren
Het laatstgenoemde project is onderdeel van slim incasseren. Als voorbeeld noemt Van Geuns zorgverzekeraar CZ die het hele incassoproces scherp heeft aangepast. Samen met de Delta Lloyd Foundation werkt CZ ook in een landelijke coalitie van schuldeisers samen aan oplossingen voor betalingsachterstanden en schulden van klanten. “Bij een deel van de woningcorporaties zien we dat de omvang van en het aantal betalingsachterstanden omlaag gaan. Ze hebben daarop geïnvesteerd door de processen aan te passen. Maar bijvoorbeeld van energieleveranciers weten we de cijfers niet, zoals van de meeste commerciële partijen ook al hebben ze een maatschappelijke taak. We doen er wel onderzoek naar, maar het verkrijgen van de cijfers gaat moeizaam.” En zo is de cirkel weer rond.
Actualiteitencongres Schuldhulpverlening
Problematische schuld is een groot en complex issue. Tijdens het congres wordt u in één dag op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen. Meer informatie >>
PJ Westerhof says
Dat aan de huidige schuldhulpverlening wel wat te verbeteren valt is evident.
Even duidelijk – uit diverse rapporten en óók uit bovenstaand artikel – is dat veel onduidelijk bestaat over de doelgroep, de schuldenaren.
Het zou zo maar handig zijn om daar eindelijk actie op te ondernemen. Dan zou duidelijk worden dat met de economie van vandaag en de afgelopen jaren de samenstelling van de doelgroep fundamenteel is veranderd. Nl. van stigmatiserend genaamde ‘sociaal zwakkeren’ en mensen ‘met een gat in hun hand’, naar midden- en hoger-opgeleiden die buiten schuld in problemen zijn geraakt.
De huidige schuldhulpverlening en rechtsgang heeft duidelijk aanpassingsproblemen met deze laatste groep. Deze problemen zullen met de huidige werkwijze alleen maar omvangrijker worden.