Het aantal Nederlanders dat leeft in armoede is afgenomen. In 2013 waren dat er ruim 1,2 miljoen, in 2017 nog 939.000. Dat is 5,7 procent van de bevolking, schulden zijn hierbij niet meegewogen. In de grote steden is de armoede het grootst.
Dat meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de publicatie Armoede in Kaart 2019. In deze editie presenteert het SCP de kerngegevens over de omvang van armoede, met de meest recente cijfers tot en met 2017. Het risico op armoede is het grootst onder de allerjongsten en -oudsten. Van de kinderen tot 12 jaar leeft ongeveer 9 procent in armoede, van de ouderen vanaf 90 jaar bijna 11 procent. Daarnaast komt armoede naar verhouding het meest voor bij mensen met een migratieachtergrond.
Armoede en schulden
Om armoede te meten gaat het SCP uit van het ‘niet-veel-maar-toereikendcriterium’. Als er een striktere grens wordt aangehouden (het basisbehoeftencriterium) zijn er in 2017 ongeveer 618.000 armen (3,8 procent van de bevolking). Als daarnaast rekening wordt gehouden met schulden, stijgt het armoedepercentage. Volgens het ‘niet-veel-maar-toereikendcriterium’ leefde dan 6,7 procent van de bevolking in 2017 in armoede (tegenover 4,6 procent volgens het basisbehoeftencriterium).
Werkenden
Van alle arme volwassenen (666.000) heeft een derde werk als belangrijkste inkomensbron. Iets meer dan de helft van die groep werkte in loondienst, de rest als zelfstandige. Bijstandsgerechtigden (ruim 150.000 personen) en gepensioneerden (ruim 105.000 mensen) vormen ook een groot deel van de groep arme volwassenen.
Armste gemeente
Rotterdam, Amsterdam en Den Haag hebben het hoogste percentage arme inwoners (in alle drie de steden ruim 10 procent). Dat is overigens wel minder dan in 2013 toen dit percentage er zo’n 4 a 5 procentpunten hoger lag. Het postcodegebied met het hoogste percentage armen ligt in Arnhem. Van de bewoners is 22,5 procent arm.
Inkomenstekorten
Het bedrag dat huishoudens in armoede tekort komen, bedraagt bijna 3000 euro per jaar. Dit is een mediaan bedrag: bij de helft is het bedrag groter en bij de andere helft kleiner. In totaal zou bijna 2,2 miljard euro nodig zijn om de inkomenstekorten aan te vullen.
Geef een reactie