Na het sluiten van de laatste Heerlense mijn besloot de gemeente zorgprofessionals te gaan trainen in het stimuleren van de eigen kracht van inwoners.
Het is 38 jaar geleden dat de laatste mijn in Heerlen gesloten werd. In 1974 ging de Oranje-Nassau I, als laatste mijn in Nederland, dicht. Zorg- en welzijnswerkers merken nog steeds de gevolgen van het destijds afbrokkelen van de sociale structuur. Daarom besloot de gemeente onder meer zorgprofessionals te gaan trainen in het stimuleren van eigen kracht.
Joke ten Thije, strategisch beleidsmedewerker Wmo, legt uit dat de mijnen voor een monocultuur zorgden. ‘Ze verzekerden de inwoners van een relatief hoog inkomen. En het hele sociale leven werd georganiseerd en beheerst door de mijnen, in nauwe samenwerking met de kerk. In de periode van de mijnen was het niet de cultuur om je eigen zaken te regelen en aan die cultuur is relatief weinig veranderd’, weet Ten Thije. Daarom besloot de gemeenten dat de eigen kracht van de inwoners gestimuleerd moest worden.
Eigen kracht
De beleidsmedewerker en haar collega’s kwamen terecht bij kenniscentrum MOVISIE. Vier groepen van twintig deelnemers volgden de training over het stimuleren van eigen kracht. ‘Een groep van het Centra voor Jeugd en Gezin, een groep van het project Voor elkaar in de wijken Heerlerheide-Passart waarbij al zelfredzaamheid bevorderd wordt, en twee gemengde groepen met deelnemers van de gemeente en organisaties zoals ggz-aanbieder Mondriaan en welzijnsorganisatie Alcander.’
Senior adviseur Anne-Marie van Bergen van MOVISIE gaf een van de trainingen. Ze vertelt wat de deelnemers leerden. ‘Op de eerste dag ging het over het versterken van zelfregie en hoe complex ondersteuning kan zijn. Een gehandicapte man die hangjongeren probeert te helpen door een soort huiskamer voor ze in te richten. Prachtig, maar het kan de buren weer overlast geven. Hoe laat je iedereen dan in zijn waarde? Dag twee ging over het netwerk, hoe kun je dat helpen uitbreiden en hoe ga je om met vraagverlegenheid. En dag drie ging over wat er in de praktijk in Heerlen al gebeurt en wat wel en niet lukt.’
Samenwerking
Volgens Ten Thije was het versterken van samenwerking een belangrijk doel van de trainingen. Van Bergen merkte dat de samenwerking al tijdens de trainingen verbeterde. ‘Een ouderenadviseur en een medewerker van de thuiszorg besloten meteen samen naar een eenzame mevrouw te gaan. En een opbouwwerker wist dat er in de wijk een kringloopwinkel zat, die andere professionals niet kenden.
De gemeente Heerlen wil verder met het stimuleren van eigen kracht. ‘Niet in grote strategische nota’s, maar heel praktisch’, benadrukt Ten Thije. Vandaar dat de gemeente het idee van ’train de trainer’ omarmt. Zes deelnemers zijn inmiddels zelf opgeleid tot trainer en gaan in 2013 in groepen van twee andere professionals trainen. Thuiszorgorganisatie Meander denkt erover alle medewerkers bij te scholen.
Geef een reactie