Hoe kan het beleid voor buurtsportcoaches worden verbeterd? Over die vraag gaan gemeenteambtenaren, onderzoekers, buurtsportcoaches zelf en hun doelgroepen in gesprek. Dat schrijft minister Bruins voor Medische Zorg en Sport aan de Tweede Kamer.
Buurtsportcoaches moeten de verbinding maken tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren in gemeenten, zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs. Hiervoor is vanuit het Rijk jaarlijks 58 miljoen euro beschikbaar. Vorig jaar hadden lokale overheden in totaal ruim 2900 fulltime buurtsportcoaches aangesteld, iets meer dan het budget toelaat.
Meten blijkt lastig
Gemeenten zijn positief over de resultaten, bleek uit een eerdere evaluatie. ‘Daarnaast werd echter wel duidelijk dat het meten van de effecten van buurtsportcoaches lastig blijkt te zijn, zowel landelijk als lokaal,’ schrijft de minister. ‘Dit komt met name door het decentrale karakter van het BSC-beleid. Dit decentrale karakter bepaalt echter wel het succes van de buurtsportcoaches doordat gemeenten de impuls op basis van lokale behoefte kunnen invullen.’
Impact verhogen
Door nu beleidsmakers, buurtsportcoaches en andere betrokkenen bij elkaar te zetten, moet toch meer inzicht ontstaan in wat er goed werkt. ‘Aan de hand van de output van deze expertmeeting hopen we input te hebben verzameld, die gebruikt kan worden bij het creëren van een evaluatielcyclus,’ aldus de minister. ‘Op die manier zijn we in staat om, indien nodig, het beleid bij te stellen. Met als doel om de impact te verhogen.’
Geef een reactie