Optrekken, touwtje springen, klimmen: in de pop-up ‘SportContrainer’ van Eindhoven kan iedereen hiervoor terecht. Dat levert meer op dan alleen bewegende inwoners. Gemeentelijk sportregisseur Peter Engels: ‘Het is een middel om te zien wat waar werkt. Handig als we structurele faciliteiten willen bieden.’
Door corona nam het plotseling een vlucht. Inmiddels heeft sporten in de buitenlucht in veel gemeenten de aandacht. Zo zie je steeds vaker openbare faciliteiten, die elke bewoner kan gebruiken voor de dagelijkse beweging dan wel mentale fitheid. In Haarlem hangen boksballen, Zwijndrecht heeft fitnessapparaten, en in Capelle aan den IJssel kun je aanschuiven aan een van de buitenschaaktafels. Ook urban sports winnen aan terrein.
Investeren in sport en bewegen heeft maatschappelijke waarde. De kosten en baten wegen tegen elkaar op, zo bleek recent uit onderzoek van Rebel en het Mulier Instituut. Dat is een mooie uitkomst, maar niet het enige waar het experiment in Eindhoven om draait.
Omgebouwde zeecontainer
De multifunctionele SportContrainer in de lichtstad is een omgebouwde zeecontainer met allerlei sportattributen. Het object is van de gemeente, verhuist elke drie maanden naar een andere plek en is gratis te gebruiken. Zowel individueel als voor beweeggroepen.
Iedere week is er voor inwoners ook een programma, waarbij ze onder begeleiding van sportaanbieders of lokale partners van het project in beweging kunnen komen.
Schat aan informatie
Sportregisseur Peter Engels legt uit waar de grootste winst voor Eindhoven zit: ‘Ons doel is om te experimenteren en te leren wat waar wel en niet werkt. We zetten vooral in op de schat aan informatie die het oplevert. Vaak worden faciliteiten aangevraagd door inwoners, zoals een beweegtuin of een calisthenics-parkje, maar als je deze als gemeente realiseert, is dat nog geen garantie op succes. Ook kun je niet overal sportfaciliteiten van een bepaalde omvang realiseren, zoals een zwembad.’
Door kleinere, verplaatsbare faciliteiten te laten rondreizen en te monitoren wat daarmee gebeurt, kan de gemeente experimenteren met sport- en beweegvoorzieningen in verschillende wijken onder verschillende leeftijdsgroepen. ‘Dat levert waardevolle input op voor andere, meer structurele projecten.’
Monitoren
Het monitoren laat de gemeente over aan InnoBeweegLab, dat door middel van vragenlijsten en QR-codes informatie verzamelt. Ook studenten van de Fontys Sporthogeschool helpen gebruikers te bevragen. ‘De informatie die hieruit voortkomt, zorgt bijvoorbeeld voor draagvlak en budget om iets permanents te realiseren.
‘Daarnaast kan het de gemeente ook op andere vlakken iets brengen, hoewel de bijdrage aan bijvoorbeeld het verminderen van eenzaamheid en het vergroten van veiligheid en saamhorigheid lastig in geld is uit te drukken.’
Domeinoverstijgend
Het project levert ook samenwerking tussen gemeentelijke domeinen op. ‘Bewegen in de openbare ruimte wordt vaak voornamelijk vanuit sport aangejaagd,’ zegt Engels. ‘Maar het domein sport gaat niet over de openbare ruimte. Daardoor ben je als sportbeleidsmedewerker al snel afhankelijk van de collega’s die de openbare ruimte inrichten.’
De SportContrainer is daarbij een uitkomst, zegt de sportregisseur, omdat je hiermee zaken meet en inzichtelijk maakt. ‘Ik werk nu intensiever samen met mijn collega’s van de afdeling openbare ruimte. Bij sport heerst vaker een can do-mentaliteit, terwijl de collega’s van de openbare ruimte vaak meer van de regels zijn. We hebben elkaar nodig om iets voor elkaar te krijgen.
‘Dit project helpt als breekijzer en vliegwiel binnen de organisatie. Het is tijdelijk, dus kun je makkelijker zeggen, laten we het proberen.’
Samenwerkingsconvenant
De contrainers kun je als gemeente kant-en-klaar kopen. Voor het sportaanbod kun je samenwerken met lokale partners. In Eindhoven zijn dit bijvoorbeeld jongerenwerk, een seniorengymclub, een aanbieder van bootcamps en buurthuizen.
‘We hebben ook goed gekeken naar hoe andere gemeenten dit hebben aangepakt. Zo is er contact geweest met gemeente Den Bosch en met Amsterdam. Van die laatste kregen we een conceptbestand voor een samenwerkingsconvenant met lokale partners. Handig, als je niet het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.’
Toer door de stad
De sportfaciliteit reist in ieder geval nog naar twee andere locaties, zodat resultaten kunnen worden vergeleken. ‘Elke keer dat de contrainer verhuist, implementeren we direct alles wat we op de voorgaande locaties hebben geleerd. Aan het eind van de proef maken we de stand van zaken op en adviseren collega’s die de openbare ruimte inrichten. Wie weet hoeveel SportContrainers er dan nog volgen.’
Hanneke Koene says
Die reist bij ons in Eiojden-margraten al zeker een jaar rond en wellicht al langer.