Sportverenigingen, -aanbieders en -organisaties met problemen door de stijgende energiekosten kloppen veelvuldig aan bij gemeenten. Bijna 90 procent van de ambtenaren die meededen aan een peiling van het Mullier Instituut kreeg meldingen binnen. Het vaakst ging het om grote sportverenigingen die ook een sportaccommodatie in eigendom of eigen beheer hebben.
Aan de peiling onder gemeenteambtenaren sport door het Mullier Instituut werkten 137 gemeenten mee. Ook werden de gevolgen van de gestegen energiekosten voor sportverenigingen gepeild onder 396 verenigingen.
Meldingen
De meeste meldingen van sportverenigingen bij gemeenten kwamen van voetbalverenigingen (44 procent). Bij sportaanbieders ging het vooral om zwembaden (52 procent). Ook exploitanten van sportaccommodaties of gemeentelijke sportbedrijven maakten melding. In de meeste gevallen klopten ze bij de gemeente aan vanwege problemen door de stijgende energiekosten.
Financiële steun
Ongeveer de helft van de gemeenten geeft al financiële steun aan sportclubs en aanbieders vanwege de stijgende energiekosten, in aanvulling op de landelijke regelingen. Bij een aantal is dit nog in voorbereiding. Eén op de drie gemeenten geeft geen aanvullende tegemoetkoming.
De steun is meestal in de vorm van fondsen en subsidies, maar ook met maatwerk per sportaanbieder. Enkele gemeenten zijn bezig met leningen, garantstelling voor leningen voor verduurzaming of aanpassingen in het verhuurtarief. Meestal is de hulp alleen beschikbaar voor verenigingen en andere maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk met een eigen accommodatie. Maar veel gemeenten benoemen niet specifiek voor wie de ondersteuning er is.
Voor de hoogte van de tegemoetkoming gebruiken gemeenten vaak een percentage van de stijging van de energiekosten (35 tot 100 procent). Ook wordt gewerkt met een prijsplafond. Bij veel gemeenten geldt een maximaal bedrag per sportaanbieder.
Sportverenigingen
Voor 83 procent van de sportverenigingen in de peiling die de eigen energierekening betalen, zijn de kosten hiervan gestegen in de afgelopen zes maanden. Ongeveer twee op de tien van de respondenten geeft aan de toekomst somber in te zien. Eenzelfde deel geeft aan dat de eigen veerkracht onvoldoende lijkt om de stijgende energielasten op te vangen. Ze doen dat via de reserves, kostenbesparingen, verhoging van kantineprijzen, contributieverhoging en verduurzaming.
De helft van de verenigingen heeft contact gehad met de gemeente naar aanleiding van stijgende energielasten. En 44 procent is van plan gebruik te maken van de landelijke steunmaatregelen. Via het kabinet is er vanaf dit voorjaar 300 miljoen euro extra via het gemeentefonds voor steun aan maatschappelijke instellingen, waaronder sportclubs. Ook is er ruim 200 miljoen euro vrijgemaakt voor zwembaden en is er een noodfonds sport van 6 miljoen euro beschikbaar. Vanaf 21 maart kunnen de clubs een beroep doen op de TEK-regeling (Tegemoetkoming Energiekosten).
Niet op de hoogte
Ongeveer een vijfde van de respondenten is niet op de hoogte van steunmaatregelen, vooral kleinere verenigingen. Naar aanleiding daarvan gaat minister Helder van Langdurige Zorg en Sport met de sportsector en gemeenten in gesprek. Ze wil dat sportaanbieders betere informatie krijgen over welke ondersteuning beschikbaar is.
Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer met de stand van zaken van de inzet van aanvullende financiële middelen voor de sportsector. ‘De respons is niet representatief voor de hele sportsector, maar geeft wel een indicatie van de impact.’
Redenen
Daarnaast wil ze samen met de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) kijken naar de redenen waarom gemeenten aangeven geen aanvullende steun te leveren. ‘En of dit te maken heeft met bijvoorbeeld een gebrek aan meldingen of andere redenen.’ De VSG geeft bij de minister aan dat gemeenten zich op verschillende manieren inzetten om de impact van energieprijzen op de sport te beperken. Dat schrijft Helder in haar update.
‘Veel gemeenten werken aan of al mét een steunregeling voor de sport, die kan per gemeente verschillen. Vooral grotere gemeenten bieden gerichte ondersteuning voor clubs die daadwerkelijk in nood zijn. Er zijn ook gemeenten die een generieke regeling opstellen. En er wordt ondersteuning ingeregeld met het oog op de langere termijn, zo gaat de gemeente Den Haag gebruikmaken van energiecoaches die de clubs kunnen ondersteunen.’
Francinia Steenstra says
In Nederland zijn heel veel grote voetbalclubs die miljoenen investeren in spelers. Zij krijgen ondersteuning van gemeentes, krijgen gratis politiebescherming en kosten de bewoners flink wat geld. Ook de mensen die niet van voetbal houden betalen daar aan mee. Naar mijn idee zouden deze grote clubs het op zich moeten nemen om de kleinere clubs te steunen. Tenslotte zijn dat ook de vijvers waaruit zij talent vissen. Doen ze dat niet, dan mogen ze de politie inzet zelf gaan betalen. Dit zou ook moeten gelden voor winstgevende sport evenementen als de Formule 1.
De gemeentes zouden zich dan op de sporten kunnen richten die geen orde handhaving nodig hebben. En ook de kleinere clubs en verenigingen een hand kunnen toesteken. Want sport bevordert de gezondheid en is van groot belang om obesitas tegen te gaan. En uiteindelijk bespaart sport op uitgaven in de toekomst.