De decentralisaties hebben niet geleid tot minder ambtenaren op rijksniveau die zich bezighouden met deze beleidsterreinen. Dat ontdekte de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) tijdens interviews met betrokkenen. ‘Het werk wordt alleen maar anders en niet minder, aldus de respondenten.’
Voor het onlangs gepubliceerde Signalement Ondertussen in Den Haag sprak de ROB met (top)ambtenaren van betrokken ministeries bij de decentralisaties. Het vaststellen van de personele gevolgen was ‘geenszins een primair doel’ daarbij. ‘De respondenten geven desgevraagd evenwel aan dat van een afname geen sprake is. Dat kan op het eerste gezicht toch wel opmerkelijk worden genoemd. De Raad verwachtte op voorhand dat de veel kleinere rol van het Rijk zou hebben geleid tot een beperking van de inzet op de ministeries.’
Voortdurende bemoeienis
Dat de departementen zich nog op volle kracht bezighouden met de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet, kan de Raad bij nader inzien niet echt verbazen. ‘Zij zeggen gemeenten te zien als gelijkwaardige samenwerkingspartners met wie zij voor een gezamenlijke opgave staan. Maar uit de gesprekken blijkt ook dat de praktijk weerbarstig is.’ Er wordt, zo schrijft de ROB, nog regelmatig gewerkt vanuit een hiërarchische opstelling. Soms gebeurt dit impliciet en wellicht ook onbedoeld, vermeldt het rapport, maar dat maakt de ervaring bij gemeenten er niet anders om.
Vage verantwoordelijkheid
De ministeries hebben officieel nog een ‘stelselverantwoordelijkheid’. Volgens de Raad is dit een vaag begrip, waaronder uiteenlopende vormen van bemoeienis worden geschaard. Bijvoorbeeld het ‘monitoren’ van de ontwikkelingen bij gemeenten, ‘alsof het Rijk beter in positie zou zijn om het overzicht te hebben’. Het verspreiden van kennis gebeurt soms ook ‘sturend’, bijvoorbeeld naar aanleiding van Kamervragen waarin een ongewenste ontwikkeling wordt gesignaleerd en actie van de minister gevraagd.
Flexibiliteit gevraagd
Daarbij rijst het beeld dat gemeenten zich maar moeten aanpassen aan de grillen van het Rijk. ‘De rijksoverheid blijkt in de praktijk niet een eenduidige samenwerkingspartner; gemeenten moeten flexibel inspelen op verschillende gewoonten, gebruiken en vereisten van de departementen.’ Als het zo uitkomt, neemt Den Haag ook vrij gemakkelijk weer de leiding, zoals bij de invoering van het Wmo-abonnementstarief. Dat gebeurt niet altijd geweldig doordacht, vindt de ROB. ‘Recentralisatie moet weloverwogen gebeuren en niet sluipend en impliciet.’
Gevolgen in kaart
De Raad ziet nog ‘volop ruimte voor volgende verbeterstappen’ bij de invulling van de rol van stelselverantwoordelijke. Daarin zou de minister van Binnenlandse Zaken meer de leiding moeten nemen. BZK zou tevens als aanspreekpunt voor gemeenten moeten fungeren. Bij de volgende grote decentralisatie die eraan komt – de invoering van de Omgevingswet – adviseert de ROB bovendien de gevolgen voor het Rijk in kaart te brengen. Het moet daarbij gaan om ‘rol, taakopvatting, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en ja, ook personele capaciteit’.
Francinia says
Kort en krachtig. Daar kan ik weinig aan toevoegen. Die vraag wordt gelukkig steeds vaker gesteld. Want de mensen worden niet goed geholpen, de gemeentes gaan bijna failliet, het vertrouwen in de politiek daalt, het rijk spaart geen geld uit en het hele gedoe is niet toekomstbestendig te noemen. In een gezond bedrijf zou een dergelijk plan worden teruggedraaid om meer verlies te voorkomen.
H.Marchand says
En daarbij wel fors meer overhead (ambtenaren) op lokaal niveau. Systemen draaien op volle toeren en er wordt driftig aan elkaar geadviseerd, beleid gemaakt, op papier gekanteld en ‘getransisied’ zonder al dan niet verrassende succesjes. Ergo: na 4 jaar WMO is dat geen succes te noemen. Nog los van knelpunten die optreden op zorgterrein. Er is een generatietermijn nodig (mits we de juiste, slimme en leane dingen doen) voor wellicht enige revenuen vrees ik. Vraag mag gesteld (en beantwoord) worden of dit in verhouding is met ooit bedoelde inzichten en we ‘onderweg’ in de echte wereld niet een spoor van vernieling achterlaten.