De Tweede Kamer wil dat het kabinet meer doet om de positie en voorzieningen voor mensen met een beperking te verbeteren. In 2016 trad het VN-verdrag Handicap in werking, maar volgens veel fracties is het slecht gesteld met de uitvoering.
De VN heeft Nederland hiervoor een tik op de vingers gegeven, stelt GroenLinks-PvdA. Zo zouden voorzieningen nu te veel verschillen per gemeente, wat afbreuk doet aan de gelijkheid van kansen. SP-Kamerlid Dobbe hekelt die ‘rechtsongelijkheid’ en stelt dat de situatie in Nederland zelfs is verslechterd sinds het VN-verdrag Handicap in werking trad.
‘Echt nodig’
‘Het gaat over dingen die mensen echt nodig hebben om hun leven te kunnen leiden, bijvoorbeeld een scootmobiel of een rolstoel,’ aldus Dobbe. ‘Daarvoor betaal je bij de ene gemeente wel een bijdrage en bij de andere niet. Bij de ene gemeente krijg je hem wel en bij de andere niet. Zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen.’
Ook coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB begrijpen niet waarom simpele zaken achterblijven, zoals de toegankelijkheid van het vervoer, gebouwen, werk of andere voorzieningen. In andere landen is er meer urgentie om zaken te regelen, meent de Kamer.
Binnen het kabinet zijn de staatssecretarissen Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) en Nobel (Participatie) verantwoordelijk voor dit onderwerp, maar er zijn meerdere ministeries betrokken bij de terreinen waar mensen met een beperking op vastlopen. Maeijer erkende dat het kabinet veel huiswerk heeft te verrichten.
De verschillen tussen gemeenten zijn soms groot en oneerlijk, zo ervaart ook de doelgroep. Gehandicapten krijgen bijvoorbeeld in de ene gemeente minder hulp of betalen meer voor een parkeerplaats of woningaanpassing dan in een andere gemeente.
Oppositie: basis gelijk
De oppositie wil dat basisvoorzieningen landelijk gelijk worden, waarna gemeenten hun eigen draai eraan kunnen geven. Nu is de invulling van het lokale beleid vaak afhankelijk van de passie van een wethouder of een goedwillende gemeenteraad, aldus het CDA.
Eind 2025 moeten alle gemeenten een lokaal beleidsplan hebben om de situatie van mensen met een beperking te verbeteren, zei Maeijer als coördinerend bewindspersoon. Nu heeft bijna twee derde van de gemeenten een zogenoemde inclusieagenda.
De Kamer diende 16 moties in om het kabinet te dwingen meer werk te maken van de conclusies en aanbevelingen van het VN-comité. Volgende week wordt er gestemd over de moties.
In Nederland hebben naar schatting 2 miljoen mensen een beperking, variërend van slechtziendheid tot lichamelijke beperkingen of verstandelijke problemen.
Geef een reactie