De gemeenten Alkmaar, Pekela, Veendam en Werkendam scoren volgens de Lokale Monitor van de FNV het beste als het gaat om sociaal beleid.
De vakbond toetst aan de hand van de monitor elke twee jaar hoe gemeenten omgaan met mensen met een uitkering of beperking, wat ze doen aan armoedebeleid, hoe ze huishoudelijke zorg of jeugdhulp inkopen en of ze mensen de zekerheid van een vaste baan geven. Aan het onderzoek deden 135 gemeenten mee. Volgens de monitor zijn Pekela, Veendam, Werkendam en Alkmaar daarbij de best scorende gemeenten op sociaal beleid over 2018.
Sociale gemeenten
Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV: ‘Het lukt sommige gemeenten uitstekend sociaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Dat is een prestatie, ook omdat ze er veel taken bij hebben gekregen door de decentralisatie in 2015.’ Als positieve punten van de winnaars worden verschillende zaken benoemd. Pekela geeft deelnemers aan beschut werk een vast contract. De gemeente streeft ernaar mensen op basis van vaste contracten aan te nemen. ‘Heel goed dat bijvoorbeeld Pekela mensen zo snel mogelijk in vaste dienst neemt; een voorbeeld voor veel andere gemeenten die niets doen om flexwerk terug te dringen,’ aldus Jong.
Pekela en Veendam kregen daarbij ook de maximale score als het gaat om sociale criteria bij inkoop, inclusief inkoop van jeugdhulp. Beide gemeenten experimenteren verder met een regelarme bijstand. Dat leverde trouwens geen punten op maar wel een eervolle vermelding, aldus FNV. De gemeente Werkendam scoorde hoog bij ‘het vast bedrag aannemelijke meerkosten’. De wachttijd voor schuldhulpverlening werd er verder teruggedrongen. Alkmaar scoorde met name goed op het onderwerp inkomen. Ook hebben de vier gemeenten het budget voor bestrijding van armoede onder kinderen volledig besteed.
Resultaten
Uit het bijhorende rapport (pdf) komt ook naar voren dat meer dan de helft van de gemeenten voormalige SW-bedrijven (sociale werkvoorziening) inzetten bij de uitvoering van de Participatiewet voor mensen met een arbeidsbeperking. Een kwart van de gemeenten geeft een vast contract aan mensen die beschut werken. En er zijn meer gemeenten die net als Pekela en Veendam experimenteren met minder regels in de bijstand, zoals Utrecht, Nijmegen, Amsterdam, Apeldoorn en Oss.
Volgens de monitor zijn er in drie kwart van de gemeenten tekorten op de jeugdzorg. Door de helft van de gemeenten worden die bijgepast uit de eigen begroting waardoor er geen wachtlijsten ontstaan.
‘Sprake van grote verschillen’
Volgens de FNV is er ook sprake van ‘grote verschillen tussen gemeenten waarbij veel zaken voor verbetering vatbaar zijn’. Bijvoorbeeld armoedebeleid. ‘Gemeenten hebben veel mogelijkheden om het sociaal minimum aan te vullen door kosten en lasten te verlichten, maar kiezen vaak voor bureaucratische regelingen die de drempel te hoog maken voor de mensen die het nodig hebben. Tegelijk blijft er geld op de plank liggen.’ In 16 procent van de gemeenten wordt de uitstroom uit de bijstand niet gevolgd, waardoor niet duidelijk is of iemand na tijdelijk werk weer terugkeert in de uitkering. Een kleine groep van 3 procent heeft geen specifieke inzet voor werkende armen. En 21 procent sluit een deel van de mensen met een arbeidsbeperking uit van betaald werk door niet mee te werken aan loonkostensubsidie voor werkgevers.
‘Ronduit zorgelijk’ is volgens de vakbond de behandeling van uitkeringsgerechtigde inwoners. ‘Er worden commerciële bedrijven ingehuurd om algoritmes los te laten op data om zo de gangen van mensen na te gaan.’ Jong roept op: ‘Gemeenten, help mensen die het geld nodig hebben, en doe aan zelfonderzoek als je dat geld overhoudt! En zie bijstandsgerechtigden niet bij voorbaat als verdachten, dat is erg kwetsend en onterecht.’
Geef een reactie