Uit een telling van de Hogeschool Utrecht en het Kansfonds in 55 gemeenten blijkt dat van de volwassen daklozen een derde vrouw is. Bijna 1 op de 5 is minderjarig. Deze inzichten kunnen helpen gerichter beleid te maken.
Vorig jaar werd de telling ook gehouden, toen in 12 gemeenten. Dit onderzoek is nu vervolgd en uitgebreid in de regio’s Breda, Hart van Brabant, Holland Rijnland, Westelijke Mijnstreek, Gelderland-Zuid en West-Friesland. In totaal werden er 6.063 dak- en thuisloze mensen geteld door verschillende organisaties, zoals gemeentelijke diensten, maatschappelijke opvangorganisaties, huisartsen, woningcorporaties, maatschappelijk werk en vrijwilligersinitiatieven.
Niet op straat
Uit de vervolgtelling blijkt dat een derde van de getelde mensen vrouw is. Zij verblijven vaak met hun kinderen bij familie of vrienden, in tijdelijke opvang of een vakantiewoning of stacaravan. Programmaleider Willem van Sermondt: ‘Anders dan vaak wordt gedacht leeft de grootste groep niet op straat of in een opvang voor dakloze mensen. De meeste dakloze mensen verblijven bij vrienden of familie, op een camping, in een antikraakpand, een schuur of in een auto. Niet alleen volwassenen, maar ook kinderen leven in onwenselijke omstandigheden.’
Thuisloos na relatie
Opvallend is het grote aantal vrouwen met kinderen dat dak- of thuisloos is. Bijna een vijfde van de getelde personen is jonger dan 18 jaar. De meeste dak- of thuisloze kinderen (95 procent) verblijven in deze situatie samen met één of beide ouders. Van de alleenstaande ouders is bijna drie kwart vrouw. Zij worden bijvoorbeeld dak- of thuisloos na een scheiding of als ze uit een gewelddadige relatie vluchten.
Arbeidsmigranten
Uit de telling komt ook naar voren wie er op straat verblijven. Van deze groep is 35 procent EU-burger met een niet-Nederlandse nationaliteit, aldus het Kansfonds. ‘Volgens betrokken professionals is het overgrote deel van deze mensen (voormalig) arbeidsmigrant. Zij vermoeden dat het werkelijke aantal dak- of thuisloze arbeidsmigranten groter is.’
Volgens de onderzoekers worden arbeidsmigranten bij gebrek aan een passende woning meestal niet toegelaten tot opvangcentra. Zij nemen dan vaak hun intrek bij vrienden of familie. Verder zijn ze niet altijd in beeld bij gemeenten en organisaties. Ze zijn bijvoorbeeld niet ingeschreven en kennen de route naar hulp niet. ‘Hun leefomstandigheden zijn zeer zorgelijk.’
Gerichter beleid
De resultaten en inzichten van het onderzoek kunnen beleidsmakers helpen om meer gerichte maatregelen te nemen voor de preventie en aanpak van dakloosheid. De betrokken gemeenten gebruiken deze inmiddels. Op basis van de cijfers worden ook prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties om ervoor te zorgen dat er voldoende woonruimte beschikbaar komt voor specifieke groepen.
Nieuwe tellingen
In 2025 doen 9 regio’s mee, met in totaal 57 gemeenten, waaronder de steden Amsterdam en Den Haag. Voor de telling van 2026 hebben zich inmiddels 11 regio’s aangemeld.
Geef een reactie