Vier Noord-Hollandse gemeenten begonnen twee jaar terug met verschillende partners aan een gezamenlijk project voor een sluitende aanpak rondom personen met verward gedrag. Dit leidde tot een betere afstemming, snellere verwerking van meldingen en meer kennis bij burgers en professionals van de problematiek.
In het voorjaar van 2017 startten de gemeenten Den Helder, Texel, Hollands Kroon en Schagen samen met GGD Hollands Noorden het project De Verbinding. Reden: mensen met verward gedrag verdwijnen na de eerste signalen vaak weer uit de zorg. Daarbij stijgt het aantal overlastgevende incidenten door personen met verward gedrag en is het niet altijd eenvoudig om de juiste zorg te bieden, schrijft subsidieverstrekker ZonMw.
Vroegsignalering
De gemeenten werkten in een projectgroep samen met onder andere politie, GGZ, cliëntenorganisaties, welzijnspartners, maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Een deelproject met de naam ‘Naar de voorkant’ richtte zich op het versterken van preventie, steunstructuur en vroegsignalering. In het gezamenlijke proces werd met partners vanuit verschillende domeinen zoals welzijn en zorg (Wmo), jeugdzorg, schuldhulpverlening, veiligheid en maatschappelijke opvang naar nieuwe mogelijkheden gekeken. De verschillende partijen maakten daarbij afspraken en voorstellen, onder meer op het gebied van wonen, inkomen en schulden, zinvolle dagbesteding, passende ondersteuning en een aanspreekpunt in de wijk.
Daarnaast is er een integraal plan opgesteld. Daarin staan preventie, informatiedeling en cliëntenparticipatie centraal en zijn contractafspraken vastgelegd, bijvoorbeeld over de regie na een melding.
Sneller signaleren en melden
Het deeltraject leverde verschillende resultaten op. Zo werd onder andere een lange lijst knelpunten én oplossingsrichtingen in kaart gebracht, zo blijkt uit het rapport: Opbrengst innovatieproject ‘Naar de voorkant’ (pdf). Knelpunten als onduidelijkheid over de regierol, het stagneren van signaleren en doorverwijzen, de privacywetgeving als belemmering om informatie te delen en onvoldoende mogelijkheden voor zinvol werk. Een aantal van de acties is inmiddels geïmplementeerd in het reguliere beleid van de gemeenten en organisaties.
Uit een evaluatie van GGD Hollands Noorden blijkt ook dat de verschillende hulporganisaties, ervaringsdeskundigen, woningcorporaties en politie elkaar beter weten te vinden. Ervaringsdeskundigen gaven voorlichting in de wijk waardoor professionals en bewoners meer kennis van verward gedrag opdeden. Ook weten meer bewoners en professionals de weg naar de juiste hulp en is de samenwerking tussen sociale wijkteams en partners zoals huisartsen en woningcorporaties verbeterd. Meldingen en signalen worden sneller doorgegeven.
Succesfactoren
In het eerder genoemde rapport worden ook succesfactoren en aanbevelingen benoemd voor zo’n gezamenlijke aanpak. Zoals duidelijkheid over de gezamenlijk geformuleerde doelen en doelgroep en korte lijnen tussen politie en andere organisaties en tussen projectleiding en partners in de wijk.
De aanbevelingen op basis van dit project? Onder andere: zorgen dat je de juiste mensen aan tafel krijgt, betrek alle niveaus uit een organisatie, bevraag sleutelfiguren en luister naar wat ervaringsdeskundigen, uitvoerenden en familie van cliënten te vertellen hebben.
Pilots
Er komt een vervolgtraject, De Verbinding 2, waarin een aantal pilots verder wordt uitgewerkt. Onder meer een training Mental Health First Aid voor inwoners en professionals, voor de inzet van ervaringsdeskundigen en het inzetten van een ‘schakel-GGD’er’ om de samenwerking te verbreden en te verankeren. Ook volgt er onderzoek naar hiaten in de ondersteuning van zelfstandig wonende mensen die het niet lukt om hun eigen zorgvraag te organiseren.
Actieprogramma
Het project is onderdeel van het Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met verward gedrag. Dit programma financiert en faciliteert projecten en initiatieven van en met relevante partijen. Samenwerking staat daarbij centraal. Voorwaarde voor subsidie voor het ontwikkelen van zo’n lokale aanpak is dat de projecten en initiatieven domeinoverstijgend en persoonsgericht zijn.
Geef een reactie