Vanaf 1 augustus mag er nergens meer worden gerookt op schoolterreinen. De VNG stelde een checklist op voor de afstemming tussen gemeenten en onderwijsinstellingen.
De maatregel geldt voor basisscholen, middelbare scholen, mbo- en hbo-instellingen en universiteiten. Door het totaalverbod is het voor rokers verplicht het gebouw en het terrein te verlaten als zij willen opsteken. ‘De algehele verwachting is dat het sluiten van de rookruimten kan zorgen voor overlast in de openbare ruimte. Daarom adviseren wij gemeenten tijdig met onderwijsinstellingen in gesprek te gaan om mogelijke overlast te voorkomen,’ aldus de VNG.
Handige checklist
Om gemeenten hierbij te helpen, heeft de koepelorganisatie de checklist ‘Rookverbod op schoolterreinen per 1 augustus 2020′ opgesteld. Hierin staan vragen die helpen bij de afstemming tussen gemeenten en de onderwijsinstellingen. Bijvoorbeeld: is er al een beeld is van het aantal onderwijsinstellingen in een gemeente dat met het verbod te maken krijgt? En zijn de wenselijkheid en mogelijkheid van een rookvrije omgeving van de scholen besproken met buurtbewoners, voorzieningen, horeca en winkels in de omgeving?
De onderwijsorganisaties zijn overigens zelf verantwoordelijk voor het instellen, aanduiden en handhaven van het verbod. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de handhaving vanaf 1 januari 2021. Dit omdat het ‘goed denkbaar is dat bijna alle tijd en ruimte’ uitgaat naar de organisatie van het (online) onderwijs en alles wat daarbij komt kijken.
Lokaal gezondheidsbeleid
Het verbod en de maatregelen zijn opgenomen in de Tabaks- en rookwarenwet en het Tabaks- en rookwarenbesluit. Staatssecretaris Blokhuis (VWS) stelde die wetswijziging voor, omdat nog steeds veel jongeren beginnen met roken. De wetswijziging draagt bij aan de ambities van het Nationaal Preventieakkoord en de Rookvrije Generatie.
De staatssecretaris stuurde eind mei ook de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid (LNG) 2020-2024 naar de Tweede Kamer. In de nota worden de landelijke prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid beschreven en richting gegeven aan het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten. Daarin staan vier gezondheidsvraagstukken beschreven waarvoor het Rijk en gemeenten aan de slag gaan: het verbeteren van gezondheid in de fysieke- en sociale leefomgeving, verminderen van gezondheidsachterstanden, het verlagen van de druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen, en vitaal ouder worden.
Er is specifiek gekozen voor deze vier onderwerpen, omdat ze een grote ‘ziektelast’ veroorzaken, leiden tot de grootste gezondheidswinst voor kwetsbare groepen, of kunnen leiden tot kostenbeheersing in de zorguitgaven. Daarnaast vormen de vraagstukken een aanvulling op de beleidslijnen en landelijke programma’s die al lopen, zoals het Nationaal Preventieakkoord.
Ontwikkelagenda’s
De nota is overigens voor het eerst samen met gemeenten, GGD en kennisinstituten opgesteld, aldus Blokhuis in zijn begeleidende Kamerbrief. De koepelorganisatie neemt de regie bij het opstellen van ontwikkelagenda’s voor thema’s die zich lenen voor een domeinoverstijgende aanpak. Dit zijn om te beginnen: het verminderen van gezondheidsachterstanden, gezondheidsbescherming in de fysieke leefomgeving, en denken vanuit gezondheid in plaats vanuit ziekte.
Streng A.C. says
In sportkantines hoort geen alcohol
verkocht en genuttigd te worden en
ook op en aan de sportvelden, ook
van de eredivisieclubs.
Zij benadelen daarmee de horeca we-
gens hun lagere prijzen.
Ook te jonge personen krijgen mid –
dels hun vriendjes drankjes.