De huishoudtoets in de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb) stimuleert jongeren niet om te gaan werken, leidt tot het verbreken van samenlevingsverbanden en is uitvoeringstechnisch complex. De G4 hebben een alternatief voor de huishoudtoets ontwikkeld.
De gemeenten vragen kabinet en Kamer om het alternatieve plan over te nemen.
De bezwaren tegen de huishoudtoets
- De Raad van State is bezorgd over de vraag in hoeverre de bijstandsnorm toereikend is voor een huishouden van meer dan twee volwassen personen. Er wordt geen rekening gehouden met wettelijke, onvermijdbare kosten voor elk lid van het huishouden. Bijvoorbeeld premies voor de verplichte zorgverzekering. De gemeenten delen deze zorgen.
- De invoering van de huishoudtoets is uitvoeringstechnisch complex. Het risico op fouten is groot, tijdige ict-ondersteuning is een kritische factor en er wordt een hoge druk gelegd op de handhaving.
- De Raad van State heeft ook gewezen op het feit dat de huishoudtoets tot veel verhuisbewegingen zal leiden om de inkomensachteruitgang te omzeilen. Dit gaat gepaard met extra maatschappelijke kosten. Het is dus maar de vraag of de huishoudtoets de geraamde besparing van € 54 miljoen per jaar opbrengt.
Het alternatieve voorstel van de gemeenten
- Beperk de bijstandsnorm voor inwonende kinderen tot het niveau van de uitgaven die voor hen noodzakelijk zijn. Hierbij wordt gedacht aan het niveau van de persoonlijke toelage voor personen in een intramurale instelling (circa € 340 per maand) om bijvoorbeeld verplichte verzekeringen te betalen.
Voordelen van het alternatief
- Daling van het gezinsinkomen tot onder het bestaansminimum wordt sterk beperkt. Reparatie via de bijzondere bijstand, zoals aangegeven in de motie-Sterk is niet meer nodig.
- Het alternatieve voorstel is eenvoudiger uit te voeren dan de huishoudtoets: de bestaande partnertoets kan in stand blijven en inwonende (volwassen) kinderen krijgen een aanzienlijk lagere uitkering.
- Het alternatieve voorstel leidt tot een even grote besparing als de huishoudtoets. De VNG geeft in de bijlage bij haar brief aan de Kamer een kwantitatieve onderbouwing van de besparing.
Geef een reactie