Het advies: niet streven naar grootschalige betrokkenheid van burgers bij politiewerk, maar een lichtere vorm van buurtregie.
“Buurtregie met mate.” Met deze aanbeveling promoveert Barbara van Caem
vandaag aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zij denkt dat de
buurtregisseur ten onder dreigt te gaan aan zijn eigen succes. Er wordt
zoveel beroep gedaan op hem dat het contact met de buurt naar de
achtergrond is geraakt.
Van Caem: “Er zijn twee zaken die buurtregie succesvol maken.
Aan de ene kant heeft de buurtbewoner behoefte aan een benaderbare,
betrokken politie in zijn buurt. Aan de andere kant heeft de buurt baat
bij bewoners die betrokken zijn bij het politiewerk: als zij informatie
of oplossingen aandragen voor problemen in de buurt, kan de politie haar
werk beter doen. Beide succesfactoren staan onder druk.”
Kleinschalig
De
buurtregisseur heeft een te uitgebreid takenpakket waardoor zijn
fysieke aanwezigheid in de buurt afneemt. Van Caem pleit daarom voor een
lichtere vorm van buurtregie: 'Buurtregie met mate'. Dit houdt in dat
de politie in kleinschalige samenwerkingsverbanden samenwerkt met een
beperkt aantal betrokken, actieve buurtbewoners en lokale professionals.
Laagdrempelige aanwezigheid van de buurtregisseur en rechtvaardige en
eerlijke bejegening van burgers zijn daarbij belangrijk.
Van
Caem onderzocht binnen de politie Amsterdam-Amstelland het effect van
buurtregie. Ruim 200 buurtregisseurs – de Amsterdamse wijkagenten – zijn
ieder verantwoordelijk voor het bevorderen van de veiligheid en
leefbaarheid van ‘hun’ buurt. Door met lokale partners en burgers samen
te werken, pakken zij buurtproblemen aan.
Amsterdam-Amstelland
Barbara
van Caem werkt als beleidsadviseur bij de politie Amsterdam-Amstelland
en heeft ruime executieve politie-ervaring. Haar onderzoek is
voortgekomen uit een detachering bij de leerstoel Veiligheid en
Burgerschap aan de VU. Deze leerstoel is een samenwerkingsverband tussen
de VU, politie Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam.
Geef een reactie