Acht van de tien gemeenten geven bijstandsontvangers de gelegenheid zelf een passende tegenprestatie te leveren voor hun uitkering, inventariseert Divosa. Als dat echt niet lukt, wordt die prestatie opgelegd.
De meest populaire invulling van de tegenprestatie is vrijwilligerswerk bij een maatschappelijke instelling, concludeert de vereniging van managers van sociale diensten in haar monitor van de tegenprestatie (zie bijlage voor het persbericht).
Ook uit de analyse van Gemeente.nu blijkt dat gemeenten werk maken van de tegenprestatie en ruimte laten voor het initiatief van inwoners met een bijstandsuitkering. Mantelzorg en vrijwilligerswerk zijn volgens een meerderheid van de ruim 30 voor dat artikel gebruikte beleidsplannen heel goed te zien als tegenprestatie.
Geen beleid
“In 40 tot 50 procent van de gemeenten zullen bijstandsgerechtigden ook additionele werkzaamheden kunnen verrichten in
openbare ruimte of het maatschappelijk werk”, stelt Divosa. Van de ondervraagde sociale diensten geeft 8 procent aan geen beleid voor de tegenprestatie te hebben geformuleerd.
Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verplicht beleid te hebben rondom de tegenprestatie. De tegenprestatie is niet bedoeld als re-integratiemiddel en hoeft dus niet bij te dragen aan het vergroten van iemands kansen op de arbeidsmarkt. De tegenprestatie moet bestaan uit maatschappelijk nuttige werkzaamheden die niet mogen leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
Geef een reactie