Hoe bereik je de moeilijkste groep schoolverlaters en werklozen? Alleen Rotterdam heeft het antwoord, volgens de staatssecretaris.
Alleen jeugdcampus De Nieuwe Kans in Rotterdam
krijgt nog rijkssubsidie. Het initiatief slaagt er volgens
staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten als enige van negen
pilots in om de moeilijkste groepen schoolverlaters en werkloze
jongeren te bereiken, meldt vakblad Zorg en Welzijn.
In 2006 startte voormalig minister Rouvoet met negen
pilots waarbij een methodiek zou worden ontwikkeld om jongeren weer
naar werk of school te begeleiden. Het gaat om voorzieningen waar
jongeren terechtkunnen die geen regulier onderwijs meer kunnen volgen,
zoals voortijdig schoolverlaters met gezinsproblematiek, verslavings-
en agressieproblemen. Uit de evaluatie bleek dat acht projecten deze
jongeren niet voldoende bereiken. Die hebben geen meerwaarde ten
opzichte van bestaande jeugdzorgvoorzieningen. De Nieuwe Kans in Rotterdam heeft dat wel.
Straf
“We
hebben nu honderd jongeren in verschillende trajecten”, zegt
projectcoördinator Els Toxopeus. “Zij hebben vrijwel allemaal iets op
hun kerfstok. Zo’n 87 procent is in aanraking geweest met politie of
justitie, heeft in een justitiële jeugdinrichting gezeten of een
vervangende straf gehad. Dat is vrij 'normaal' bij deze jongeren. Je
moet je realiseren dat deze kinderen vaak een verdrietige geschiedenis
hebben van mishandeling, armoede en slechte woonomstandigheden. Zij
hebben vaak al honderden hulpverleners gezien.”
Het
doel van De Nieuwe Kans is om deze harde kern van uitvallers weer terug
te leiden naar school, een stage of werk. “Als een jongere bij ons
komt, wordt hij gediagnosticeerd. We werken in verschillende fases: een
instroom-, een doorstroom- en een uitstroomfase. We kijken echt wat er
aan de hand is, wat jongeren al achter de rug hebben, wat ze kunnen en
vooral wat ze willen.” Daarna lopen ze de fases door, ieder op zijn
eigen tempo. Dat verschilt van drie maanden tot een jaar of langer,
legt Toxopeus uit.
Veilige omgeving
Wat de
jongeren zelf willen, is echt belangrijk, vindt de coördinator. “Ze
krijgen van hun ouders geen inspiratie of doelen mee. Maar uiteindelijk
willen ze allemaal een vrouw, kind, huis en beroep. Wij bieden
betrokkenheid, een veilige omgeving en laten ze inzien dat ze zelf hun
situatie moeten veranderen. Als een jongere echt niet wil, dan doen wij
niet mee. We gaan geen energie verspillen. Maar dat komt eerlijk gezegd
nauwelijks voor.”
Bij
De Nieuwe kans leren jongeren hun sociale vaardigheden ontwikkelen, ze
kunnen er certificaten behalen, trainingen en therapie volgen. En dat
allemaal in een streng dagprogramma. Dat is voor sommigen nog best
lastig, legt Toxopeus uit. “Er zijn zelfs jongeren die weer een
duidelijk dag- en nachtritme moeten krijgen. Zij hebben dat nooit van
hun ouders geleerd en kennen ook geen verantwoordelijkheid. Het komt
dus voor dat we jongens die te laat zijn, met een busje ophalen en zo
dwingen naar het dagprogramma te gaan. Iets wat de ouders eigenlijk
moeten doen.”
Verdienen
“Wij voeden op, maar
straffen niet”, zegt Toxopeus. De recidive bij De Nieuwe Kans ligt op tien procent. Vergeleken met justitiële jeugdinrichtingen is dat
behoorlijk laag. “Als iemand zich misdraagt, confronteren we hem met
zijn gedrag. Een volgende stap in de fase moet je verdienen en dat willen ze allemaal.”
Andere gemeenten
Het
Rotterdamse project wordt een expertisecentrum waar de methodiek kan
worden doorontwikkeld. “Met de structurele subsidie van het rijk gaan
we door met het programma. Maar we hebben ook ideeën over crisisopvang
en opleidingen. En natuurlijk zullen we onze kennis delen met andere
gemeenten”, zegt Toxopeus.
Geef een reactie