Inwoners zullen niet zomaar doen wat de overheid zegt, alle aansporingen op posters ten spijt. Drie valkuilen bij het denken over participatie, met adviezen voor betere communicatie.
Column
– Fia Sanders
Inwoners moeten zich meer gaan inspannen voor hun zorgbehoevende ‘buren’. Zij moeten immers het gat vullen dat valt door de bezuinigingen in de zorg. ‘Er moet meer burenhulp komen, mensen moeten meer participeren. Deze boodschap moet zo snel mogelijk gecommuniceerd worden naar de burgers,’ roepen politici en Wmo-beleidsmedewerkers daarom in koor.
Maar burgers moeten helemaal niks! Ze zullen ook niet zomaar doen wat de overheid zegt, alle aansporingen op posters ten spijt.
Valkuil nr. 1
Want zou jíj het gras van de buurman maaien omdat de gemeente zegt dat het moet? Of omdat de overheid vindt dat wij naar een participatiesamenleving toe moeten? Een retorische vraag.
Er zijn betere varianten van deze poster te bedenken. Ga bij jezelf te rade en er komen vele argumenten op die pleiten voor het helpen van je buurman: Je zou het gras kunnen maaien omdat je graag wilt helpen. Of omdat je het koffiedrinken met de buurman erg gezellig vindt. Of misschien wel omdat je zelf geen tuin hebt en graag buiten bezig bent. Intrinsieke motivatie schept in ieder geval meer mogelijkheden.
Valkuil nr. 2
De buurman helpen is gewoon leuk. Je zal zien dat een dergelijke slogan weinig zoden aan de dijk zet. Mensen zijn namelijk heel goed in redenen bedenken voor hun gedrag. Achteraf! Zo blijven mensen altijd in het reine met zichzelf. Veel gedrag laat zich echter helemaal niet sturen door argumenten of rationele motivaties. Meestal denken we niet zo goed na voordat we iets doen.
Triggers in plaats van rationele redenen
Wat zet mensen wél aan om de buurman te helpen? Mensen handelen vaak impulsief als het makkelijk is, dichtbij en bekend. Bovendien willen mensen consistent zijn en deel uitmaken van de gemeenschap. Dit zijn de belangrijkste triggers voor gedrag. Mensen worden dus getriggerd om de buurman te helpen doordat:
- Hun beste vriend ook zijn oudere buurman met zijn tuin helpt;
- De buurman hen aan een adres heeft geholpen van een goede notaris;
- Op Facebook een verhaal stond over burenhulp en zij dit hebben geliked;
- Ze zich hebben aangemeld op een site voor burenhulp. Waarom hebben ze dát eigenlijk gedaan? Omdat klikken een kleine moeite is;
- Ze nu eenmaal ja hebben gezegd, en de buurman steeds zulke lekkere appeltaarten bakt voor de hele familie.
Mensen zijn zeer sociale wezens en daarom is een van de belangrijkste triggers van gedrag ‘de sociale omgeving’, wat de ander doet of vindt. Burenhulp zet je het beste in gang door vrienden het verhaal te laten doen. Laat mensen elkaar beïnvloeden. De gemeente of de welzijnsorganisatie kan beter op de achtergrond blijven. Organiseer een evenement waar je het sociale netwerk een rol in laat spelen, organiseer een actie op facebook door mensen die al vrijwilliger zijn, laat zien dat vele mensen elkaar al helpen. Uit alle onderzoeken blijkt immers dat mensen elkaar graag helpen en dat het vrijwilligerswerk in Nederland floreert.
Maak het makkelijk
Maak het gedrag bovendien makkelijk. Online de aanmeldknop aanklikken is een goede eerste stap en is een veel makkelijker handeling dan aanbellen bij de buurman met de vraag of hij hulp nodig heeft. Voor dat laatste moeten mensen wel een hele grote drempel over.
Nabrander: valkuil nr. 3
En die poster? Posters helpen goed om gedrag te bevestigen, niet om nieuw gedrag in gang te zetten. Een prima ondersteuning dus van de rest van de acties, meer niet. Mits natuurlijk met een boodschap die aansluit bij de belevingswereld van de helpende burger.
Fia Sanders is mede-eigenaar van Bewijskragt. Dit communicatiebureau is gespecialiseerd in communicatie en gedragsverandering en werkt op basis van inzichten uit de gedragswetenschappen.
Geef een reactie