De Tweede Kamer heeft vier moties aangenomen om de nieuwe Wet werken naar vermogen aan te passen.
De wet is het omstreden deel van het bestuursakkoord tussen
het kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het akkoord is
geaccepteerd, maar zonder het onderdeel werk. Door verschillende meningen over
het uitkomst van de stemming tijdens het jaarcongres van de VNG is momenteel
onduidelijk wat de status van het gehele onderhandelaarsakkoord is.
Bestuursakkoord
“Er is geen akkoord”, volgens minister Piet Hein Donner van
Binnenlandse Zaken. “Er is wel degelijk een akkoord”, vindt Annemarie
Jorritsma, herkozen voorzitter van de vereniging. Het is in ieder geval ook een
kwestie tussen het kabinet en de Kamer.
De Kamer roert zich dan ook. De collectieve
arbeidsovereenkomsten mogen niet algemeen verbindend zijn als er geen afspraken
worden gemaakt over mensen met een arbeidsbeperking. Op deze manier wil een
meerderheid van de Kamerleden meer verantwoordelijkheid van werkgevers
afdwingen.
Sociale werkvoorziening
Een andere motie gaat over de onzekerheid rond het
herstructureringsfonds voor de Wet sociale werkvoorzieningen (Wsw). Op korte
termijn moeten er, in overleg met de VNG, evaluatiecriteria komen voor dit
fonds voor de sociale werkplaatsen.
Verder moet het kabinet het advies van de toekomstige,
onafhankelijke commissie meer invloed geven. Als de commissie adviseert dat
extra middelen nodig zijn, dan moet dit advies veel gewicht krijgen, vindt de
Kamer.
De motie over de studieregeling
binnen de Wajong is aangehouden (PDF).
Geef een reactie