De discussie over de Wet werken naar vermogen richt zich vooral op de financiën en de verdeling van verantwoordelijkheden. Logisch, maar het wordt tijd om te bepalen hoe we die wet gaan uitvoeren.
– VISIE – Femke Bennenbroek
Al voordat de nieuwe Wet werken naar vermogen werkelijkheid is, zorgt ze voor veel tumult. Niet
verwonderlijk, aangezien dit wetsvoorstel gepaard gaat met forse bezuinigingen
en een verschuiving in de uitvoerende partijen. Voor gemeenten en SW-bedrijven
dus een discussie van (levens)belang. Maar waar is de discussie gebleven over het
daadwerkelijk realiseren van werken naar vermogen?
Dit terwijl die discussie wel
cruciaal is. Juist omdat het antwoord ook niet 1-2-3 te vinden is. De uitdaging is dan ook
een lange termijn strategie bepalen die werken naar vermogen echt mogelijk maakt.
Eén ding is echter wel duidelijk: dat lukt niet zonder inzicht
Werken naar vermogen
Het realiseren van werken naar vermogen is verre van
eenvoudig. Zeker onder de huidige omstandigheden; onzekerheid over budgetten en
verantwoordelijkheden maakt het voor gemeenten en SW-bedrijven erg moeilijk om
hun lange termijn strategie te bepalen. Verder kijken dan het huidige
kalenderjaar is dan ook bijna onmogelijk. Toch is juist dít nu cruciaal.
We
weten immers dat de nieuwe Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013 wordt ingevoerd.
We weten ook dat we dan met minder geld effectiever moeten zijn in het
realiseren van optimale participatie van zoveel mogelijk mensen. Dat geeft ons
dus anderhalf jaar de tijd om de werkprocessen en trajecten zodanig in te
richten, dat die niet alleen leiden tot effectiviteit en efficiëntie op de
korte termijn, maar juist tot duurzame
participatie.
Sleutel tot succes
Inzicht is de sleutel tot succes: inzicht in cliënten, hun afstand
tot de arbeidsmarkt en hun (potentiële) verdiencapaciteit, inzicht in hun
mogelijkheden èn in hun beperkingen.
Om dit inzicht te verkrijgen, zijn instrumenten nodig. Instrumenten waarmee zorgvuldig
en betrouwbaar in kaart wordt gebracht wat er aan de hand is. En wat er moet
gebeuren om te werken naar vermogen.
Ook hier is een lange termijn strategie
van belang; dat betekent dus investeren in een gedegen diagnose (intake),
assessment en/of loonwaardemeting. Om daar later de vruchten van te plukken. Bijvoorbeeld
een assessment van competenties op basis van observatie van concreet gedrag in
een (leer)werksetting en niet op basis de inschatting van de klantmanager na
een gesprek met de cliënt. Hoe moeten zij immers betrouwbaar de
werkgerelateerde competenties van een cliënt beoordelen die al 10 jaar
werkeloos is?
Bovendien moeten deze instrumenten aansluiten bij de doelgroep.
Het matchen van cliënten aan vacatures op Monsterboard of JobTrack werkt
misschien voor hoog opgeleiden of cliënten met een kleine afstand tot de
arbeidsmarkt, maar voor de doelgroep van de wet Werken naar Vermogen bieden
deze generieke oplossingen onvoldoende handvatten. De complexe problematiek van
deze populatie laat zich immers niet zo makkelijk oplossen.
Duurzame
(arbeids)participatie
Door de financiële en politieke druk is investeren in
instrumenten en werkwijzen voor duurzame (arbeids)participatie echter lastig en
lijken korte termijn oplossingen aantrekkelijk. Toch zijn snelle oplossingen
zoals het beoordelen van (potentiële) loonwaarde op basis van een enkel
gesprek, eerder duurkoop dan goedkoop.
De informatie over de cliënt vormt
immers de basis waarop alle beslissingen rondom de cliënt worden gebaseerd. Als
deze informatie niet betrouwbaar is, levert dit slechts een schijnzekerheid en
een (op z’n zachtst gezegd) wankele basis voor een effectieve re-integratie op.
Inzicht
We
staan aan de vooravond van grote veranderingen. Met als opdracht: meer met
minder geld. Om dat te bereiken, hebben we nog een lange weg te gaan. Laten we
de weg dan ook met elkaar slim inrichten. Niet met quick wins en korte termijn oplossingen, maar door een goede basis
te leggen voor werken naar vermogen voor iedereen. Met inzicht.
De betaler says
Ik ben het niet eens. Werken naar vermogen wordt al toegepast bij de belastingdienst. Overwerken of teveel werken wordt beloond met 52 %. En er wordt voldoende belastingen binnengehaald, want we betalen immers 18 Miljard aan Griekenland. 14 miljoen aan een voetbalclub en 120 miljoenen gaat er door de kamers aan wachtgeld. De totale wachtgeldregeling in Nederland is overigens 360 miljoen. Dus stoppen met zeuren bezuinigen geeft de burger geen voordelen. Ik verwacht binnen twee jaar hoge maatschappelijke problemen bij burgers en ondernemers. Leg daar je belangen maar eens neer. En hang dat bevooroordeeld werken van de handhavers maar eens aan de kapstok. Stop met dat Riddergedrag en stop het tribunegedrag bij de burger. De betaler
Ondernemer kan failliet gaan says
Werken naar vermogen. Ik vraag mij af “hoe ver wil je de vrijheid van burgers aantasten met dit soort maatregelen” Als ik veel veel werken, dan maak ik dat zelf wel uit. Daar betaal ik immers 52 % over aan De Ontvanger. Als ik geen werk heb dan wordt van geacht dat ik dat ga vinden. Als dit niet lukt dan kan ik terugvallen op een uitkering. Als ik hard heb gewerkt 30 jaar lang en alles heb wat ik wens heb ik vermogen. Dit heb ik verdient. Heb ik een miljoen gewonnen, moet ik dan vrijwilligers werk gaan doen. Nee, ik wil gewoon blijven wie ik ben.
Gerrie Vis says
Bij deze wetgeving ligt de focus op de bezuiniging, niet op wat kunnen we voor de mensen betekenen. Dan kom je snel tot de conclusie dat je van de diverse groepen geen eenheidsworst kunt maken. Dat werkt niet. Eerst moet de regelgeving goed inelkaar steken voor dat je aan de slag kunt. Daarbij zal het inkomen van de mensen gelijk moeten blijven.
Aldert van Buuren says
Ik ben het eens met dit relaas, echter ontbreekt er voor mij ook een aantal belangrijke aspecten: de problematiek van de “onderkant van de arbeidsmarkt” (alleen de term al…) vraagt om een integrale aanpak en loslaten van heilige huisjes, lees verzuiling. SW-bedrijven worden sterk gekort, maar wat doen gemeenten dan aan het beter en efficienter organiseren van dit deel van de arbeidsmarkt? Hoeveel levert het op dat sociale zaken alles overneemt of doet het SW-bedrijf dat? WIe maakt de business case?
Er moet meer en beter worden samengewerkt aan de oplossing, het kader is helder, dat is minder geld kunnen verdelen. Gelukkig stond er gisteren in de krant dat Cedris een onderzoek had gedaan dat aangaf dat bedrijven meer en meer openstaan om Wajongeren een kans te geven. Kijk, integreer dit soort zaken en creeer werk, dan loopt de discussie ook makkelijker ipv ieder in zijn loopgraaf te laten zitten.
Groet, Aldert