Het geld dat gemeenten krijgen voor uitkeringen en mensen met een arbeidsbeperking moet vanaf volgend jaar anders worden verdeeld. Staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma stelt voor te kijken naar de regionale arbeidsmarkt en de samenstelling van huishoudens.
Tot nu toe krijgen de ruim vierhonderd Nederlandse gemeenten geld op basis van de uitgaven in het verleden. Klijnsma denkt met de nieuwe criteria de budgetten beter op maat te kunnen snijden, zo schrijft ze donderdag aan de Tweede Kamer. Zo wil ze kenmerken van de huishoudens – zoals opleiding, leeftijd en leefvorm – en kenmerken van de wijk, gemeente en regio in de verdeelsleutel betrekken.
Participatiebudget
Ook de verdeling van het participatiebudget, bedoeld voor re-integratie op de arbeidsmarkt, gaat op de schop, schrijft Klijnsma. Voor een eerlijke verdeling van dat potje moeten de kosten beter worden ingeschat door naar specifieke elementen op de regionale arbeidsmarkt te kijken. Ook moet het het aantal mensen met een arbeidsbeperking in een regio worden meegenomen, om zo economisch zwakkere regio’s beter te kunnen bedienen.
Gemeenten zijn sinds 2004 verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstand. Daarvoor krijgen zij twee budgetten van de staat, een voor uitkeringen en een voor re-integratie. Klijnsma wil het nieuwe model gefaseerd invoeren, omdat de effecten van het nieuwe regeling voor sommige gemeenten tot kosten kunnen leiden. In 2018 moet het geld geheel volgens de nieuwe methode worden verdeeld.
In juni wordt bekend wat elke gemeente uit het participatiebudget ontvangt. De definitieve budgetten voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies volgen in oktober.
Thema:
Geef een reactie