”Een grote opgave”, wordt het. Loondispensatie is voor gemeenten geen panacee om mensen in de bijstand en gehandicapten aan het werk te krijgen.
Dat blijkt uit een tussenrapportage over een proef met de nieuwe
regeling voor loondispensatie in 32 gemeenten, die staatssecretaris Paul
de Krom (Sociale Zaken) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, een belangrijk middel binnen de Wet werken naar vermogen.
Loondispensatie
is bedoeld voor mensen die niet volledig kunnen werken,
bijvoorbeeld door een handicap. Werkgevers betalen alleen voor de uren dat iemand aan het werk is. De overheid vult het bedrag aan tot maximaal het minimumloon. Dat
vereist maatwerk, waardoor het lastig is voor gemeenten om ''voldoende
massa” te maken.
Echte baan
De Krom wil door een hervorming van de bijstand, sociale werkplaatsen
en de Wajong voor jonggehandicapten juist een grote groep mensen met
een beperking aan een 'echte' baan helpen en zo 1,8 miljard euro
besparen. Loondispensatie moet hierbij helpen, omdat gemeenten
minder geld kwijt zijn aan uitkeringen als werkgevers een deel van het
salaris betalen.
De 32 gemeenten hebben in de proef 1057 werkzoekenden beoordeeld of
ze in aanmerking komen voor loondispensatie. Dat was bij 83 procent het
geval. In november vorig jaar waren 28 gemeenten erin geslaagd om 265
proefplaatsingen te regelen. Bij 123 mensen werd de proefplaatsing ook omgezet in een dienstverband. Daarvan zijn er 14 inmiddels beëindigd.
Vereenvoudiging
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt de plannen van De
Krom te ingewikkeld. Tijdens een hoorzitting in de Kamer deze week zal
de VNG voorstellen doen voor vereenvoudiging. Zo wil de VNG af van
de toegangstoets voor de loondispensatie, omdat die tijdrovend zou zijn
en vaak pas werkende weg blijkt wat iemand ''in zijn mars heeft''.
Verder
vrezen gemeenten dat het uitkeringsgeld dat zij met deze regeling
besparen, snel door het Rijk wordt afgeroomd. Zij willen een deel van de
''winst” houden om dat geld te gebruiken om voldoende mensen naar werk
te begeleiden.
Geef een reactie