In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat er 125.000 extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidshandicap of -beperking, die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Mochten de werkgevers de extra banen niet creëren, dan gaat de zogenoemde Quotumwet in werking. Maar hieraan zitten nogal wat haken en ogen.
In het betreffende wetsvoorstel staat dat bedrijven met meer dan 25 werknemers, die geen arbeidsbeperkte werknemers in dienst nemen, een hogere premie moeten betalen. Deze opslag is dus een boete en die boete moet dienen als prikkel. Nadeel hiervan is dat er geen enkele directe verplichting voor een individueel bedrijf uit voortvloeit. Dat betekent civielrechtelijk dat geen enkele gehandicapte, of collectieve belangenbehartigers zoals vakbonden, hierop een beroep kunnen doen.
Uitsluiting
Verder geldt dit wetsvoorstel niet voor alle gehandicapten. Alle midden- tot hoger opgeleide mensen met een handicap, die alleen een werkplek aanpassing, gebouwaanpassing of andere hulpmiddelen nodig hebben, vallen daarmee buiten de doelgroep. En ook de groep mensen die vanwege hun beperking niet voltijds kunnen werken, worden uitgesloten. Dat betekent dat deze wet niet bevorderend, maar afremmend werkt voor deze mensen.
Gevaren
Verder kent de registratie van de doelgroep – die om praktische redenen wenselijk is – een aantal gevaren. Er staat bijvoorbeeld niet aangegeven welke gegevens wel, maar vooral welke gegevens niet in de landelijke registratie mogen worden opgenomen. En een potentiële werkgever kan een vraag uitdoen of iemand geregistreerd is, enkel met de bedoeling de persoon in kwestie in het geval van registratie juist niet in dienst te nemen.
Verder lezen over de juridische haken en ogen aan de quotumwet? Neem een voordelig introductieabonnement op Sociaal Bestek >>
Geef een reactie