Meten is weten. En daarna moet er daadwerkelijk wat gebeuren met de informatie. “De bedoeling van de benchmark is dat gemeenten kunnen leren van elkaar en burgerparticipatie bevorderen.”
“Meten alleen is niet genoeg”, vindt adviseur Hein Albeda,
verbonden aan het project. “Met de resultaten kunnen gemeenten aan de slag,
vooral ook door te leren van elkaar.” Toch is de eerste vraag hoe je dat
eigenlijk kunt meten: die burgerparticipatie. “We kijken naar het beleid,
bijvoorbeeld. Wordt participatie meegenomen in nota’s? Wordt er rekening
gehouden met participatie vanuit de afdeling personeelszaken?”
Albeda legt uit dat je als gemeente meteen slecht scoort als
je bijvoorbeeld (nog) geen belang hecht aan burgerparticipatie tijdens
sollicitatiegesprekken. Er wordt dan ook gekeken naar de ervaringen van
medewerkers. Tegelijkertijd wordt door enquêtes in kaart gebracht wat de
inwoners zelf vinden. Ook het evalueren van beleid op dit gebied is van belang voor de benchmark.
Verder worden gegevens van Waarstaatjegemeente gebruikt.
Bijeenkomsten
Resultaat is een spindiagram. Zo wordt inzichtelijk waar
voor gemeenten nog winst te halen is. Daarnaast is het mogelijk de resultaten
met die van andere gemeenten te vergelijken. Zo kan je bijvoorbeeld op zoek
naar een kadernota van een gemeente die lekker bezig is. En daar stopt het
niet, als het ligt aan de adviseur. “Wij willen ook bijeenkomsten organiseren
met gemeenten die kunnen leren van elkaar.”
Maar waarom eigenlijk? Wat is het nut van
burgerparticipatie? Dat is veelzijdig, stelt Albeda. “De kennis over de
dagelijkse praktijk, over praktische zaken, ligt bij de burgers; vaak niet bij
ambtenaren. Door meer participatie kan een gemeente het beleid laten aansluiten
bij de wensen van inwoners. Zo krijg je effectiever beleid. Je kan ook
waarborgen dat mensen zich gaan inzetten voor hun buurt.”
Het hoofd van de afdeling bestuursadvisering en
ondersteuning van Tilburg, Myrian Hollegien, is het daar mee eens. “Uiteindelijk
gaat het erom als lokale overheid beter te
functioneren. Wij proberen mensen te betrekken bij de besluitvorming in de
gemeente. Daarnaast, en dat is heel wat anders, kunnen we mensen activeren.”
Social media
In eerste instantie is de gemeenteraad de plaats voor
burgerparticipatie, zegt Hollegien, “maar de inwoners willen zelf ook meer
directe invloed op hun woonomgeving.” Uitdaging is de unusual suspects te
vinden, de mensen die bijvoorbeeld nooit een wijkoverleg bezoeken. Hollegien
noemt twee voorbeelden: jongeren en tweeverdieners. Om deze groepen te bereiken
wordt geëxperimenteerd met het gebruik van social media.
Wat moet er gebeuren met een middenberm? Wie wil
vrijwilliger worden bij de kinderboerderij? Het gaat om dat soort praktische
kwesties. Op dat soort vragen zoekt de gemeente Tilburg naar antwoorden bij
haar burgers. “Om te zien of wij hier succes boeken is er behoefte aan het
instrument om de resultaten te meten en te vergelijken.”
Pilot
Tilburg is één van de tien gemeenten die hebben meegedaan
met een pilot om te zien of het instrument goed werkt. Die pilot is kortgeleden
afgerond. Naar verwachting doen in november al 20 tot 25 gemeenten gebruik
maken van de nieuwe benchmark burgerparticipatie.
Naast de gemeenten zijn ook het ministerie van Binnenlandse
Zaken, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Instituut van Publiek en
Politiek, de Universiteit Twente, Hein Albeda en de adviesbureaus Partners+Pröpper
en QuintResult betrokken bij het project.
Paul van der Klein says
Wie participeert er eigenlijk?
Moet de burger mee in taal, beleid, systematiek en tijdsplanning van de overheid of zou de overheid ook kunnen participeren in het leven van de burger. Aansluiten op taal, beleid, systematiek en tijdsplanning van de burger!