Het succes bij het uitvoeren van de nieuwe taken is afhankelijk van de regisserende rol van gemeenten. Vooral de chef die gewend is om managementlakens uit te delen zal hieraan moeten wennen.
De nieuwe Wmo, de Jeugdzorg en de Participatiewet. Aan de horizon verschijnt dan ook nog de Omgevingswet. Het succes ervan is uitsluitend afhankelijk van hoe gemeenten hun regisserende rol invullen. Van beleid voorbereiden tot samenwerken met professionele non-profit organisaties en uitbesteden aan commerciële bedrijven toe, alles draait om zelfbewuste regisseurs. Nieuwe leiders die midden in het maatschappelijke krachtenveld staan. Zij zijn de schakel tussen te bereiken politiek-bestuurlijke doelen en maatschappelijke netwerkpartners. En of het nu woningcorporaties, winkeliersverenigingen, verzekeringsmaatschappijen, politie, scholen of buurtverenigingen zijn, maakt weinig uit.
Gaat dit van zelf?
Nee. De professionele gemeentelijke regisseur schakelt voortdurend tussen vier rollen. Sturend bij het ontplooien van initiatieven, coördinerend bij afstemming van activiteiten, zorgvuldigheid bewakend en verantwoording afleggend over wat gedaan is. Deze verantwoordelijkheden kunnen niet zonder verstrekkende bevoegdheden. Daar de organisatie in de meeste gevallen niet is aangepast aan de nieuwe werkelijkheid schuurt dit de opvattingen van de directe chef. Deze is minstens van gedachte er ook iets van te moeten vinden, laat staan te peinzen over afdragen van bevoegdheden.
Desastreus wordt het als de chef zich bemoeit met de agenda van de regisseur. Helaas is dit nog te vaak dagelijkse praktijk.
Kan de chef daar wat aan doen?
Weinig zolang de eerste stap tot veranderen niet wordt gemaakt. De stap tot bewustzijn en daarmee veranderen van de mindset. Daarvoor moet menig chef eerst diep in zijn innerlijke theater graven. Vooral is het wennen voor de chef die gewend is het toneelstukje “managementlakens uitdelen” te spelen. Laten we wel wezen. Dit is ook veel makkelijker dan voortdurend bezig te zijn met je team. Steeds maar gericht zijn op je mensen bij het helpen begrijpen wat de doelstellingen zijn, betrokkenheid te creëren, openheid te bevorderen, creativiteit te ontplooien en te verbeelden wat er gebeurt. Voor velen een vermoeiende omslag van baas spelen naar meedenkende “co-piloot”. Toch is dit nodig om overtuigd bevoegdheden over te dragen aan de regisseurs.
Geitenwollensokken-baas?
Nee. Emotionele intelligentie, intuïtie en reflectie met respect voor de ander, dat wel. Maar altijd vriendelijk lachen is niet zinvol. De leidinggevende wordt zeker niet wattig. De zorg voor het leveren van de gemeentelijke prestaties blijft voorop staan. Een gedrag van tonen van commitment, dragen van verantwoordelijkheid en vooral een visie hebben gaat uitstekend samen met resultaatgericht werken. Van hieruit worden afspraken gemaakt tussen leidinggevende en regisseurs over de invulling van de vier hierboven genoemde rollen. Bij eerlijk en authentiek zijn hoort duidelijke boodschappen vertellen die de medewerker liever niet wil horen.
Kan de leidinggevende dat zelf?
Soms wel maar meestal niet. Vergeet niet dat een gemeente een in beton gegoten cultuur kent. De 20e eeuwse cultuur van overheidsgezag en autoriteit is overgegaan in de 21e eeuwse cultuur van interactie. Dit vraagt binnenshuis om nieuwe omgangsregels. Zolang bestuurders denken dat ze het middelpunt van de wereld zijn lukt het niet. Zolang de secretaris vindt dat afdelingshoofd of bureauchef op de inhoud aanspreekbaar is lukt het niet. Dan wordt het wachten tot de wal het schip keert.
Wat nu?
Actie is geboden. Nu steeds meer regisseurs direct met hun poten in de modder staan is het meer dan nodig de werkorganisatie over de hele linie aan de principes van een regisserende gemeente door te voeren.
Geef een reactie