Het budget voor bijstandsuitkeringen wordt met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 op een nieuwe manier verdeeld.
Bij de verdeling van de bijstandsbudgetten wordt vanaf 1 januari 2015 gebruik gemaakt van het nieuw gekozen ‘multiniveau-model’, meldt de rijksoverheid. Dit model houdt rekening met alle objectieve kenmerken van de huishoudens in een gemeente, die van belang zijn voor de kans dat een huishouden een bijstandsuitkering ontvangt. Dan gaat het om het type huishouden, waarbij onder andere wordt gekeken naar gezinssamenstelling, leeftijd, opleiding en het wel of niet hebben van gezinsleden met een arbeidsbeperking.
Ook wordt specifieke informatie over de regionale arbeidsmarkt betrokken bij het vaststellen van het budget. Op basis van deze gegevens wordt uiteindelijk het budget van in totaal 5,5 miljard euro onder gemeenten verdeeld. Om de effecten die met de overgang naar een nieuw model gepaard gaan te beperken, is er een overgangsregeling, waarbij rekening wordt gehouden met de historische uitgaven van gemeenten. Na twee jaar wordt de overgangsregeling geëvalueerd. Voor gemeenten waar omvangrijke tekorten ontstaan, blijft er een vangnetregeling bestaan.
Historie
Voor 2001 konden gemeenten 90 procent van hun uitgaven aan bijstandsuitkeringen declareren bij het rijk. Van 2001 tot 2004 was dat nog 75 procent. Met de invoering van de Wet werk en bijstand is dat in 2004 veranderd. Gemeenten werden financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstandswet en kregen jaarlijks een budget.
Het budget bestond uit een inkomensdeel, bestemd voor het verstrekken van uitkeringen, en een werkdeel, bestemd voor re-integratie. In 2007 is het verdeelmodel voor het inkomensdeel geëvalueerd. Geadviseerd werd om meerjarig groot onderhoud te plegen aan het verdeelmodel.
Afgelopen zomer is de verdeling van het participatiebudget per gemeente al bekend gemaakt. De nieuwe budgetten voor de bijstand zijn hier te vinden>>
Geef een reactie