Het diensten-, informatie- en educatief aanbod van overheid, instellingen en bedrijfsleven digitaliseert snel. Minister Plasterk neemt in zijn visiebrief Digitaal 2017 ‘Digitaal waar het kan, persoonlijk waar het moet’ als uitgangspunt. Voorbeelden uit de dagelijkse praktijk benadrukken het belang om het tweede deel van Plasterks uitgangspunt concreet invulling te geven.
Het CBS becijferde onlangs dat 46 procent van de internetters tot de groep met weinig internetvaardigheden behoort. Het komt voor onder nagenoeg alle lagen en groepen van de (beroeps)bevolking. Deze kwetsbare burgers zijn vaak direct afhankelijk van de overheid en hebben te maken met complexe wetgeving en procedures. Daardoor dreigt een nieuwe digitale kloof.
Praktijk
Ouderen die hun bankzaken niet digitaal kunnen regelen, migrantenouders die niet met het digitale leerlingvolgsysteem uit de voeten kunnen, instanties die onbereikbaar zijn want alleen digitaal te benaderen; het zijn slecht enkele voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Collectief
Het bevorderen van passief en actief gebruik van de digitale informatie- en communicatiemiddelen bij alle burgers is niet alleen een zaak voor de overheid maar ook van zorgverzekeraars, banken, UWV, en andere internet gerelateerde bedrijven, die er alle belang bij hebben dat al hun klanten, patiënten en cliënten optimaal gebruik maken van hun voorzieningen en producten.
Budget
Aan het voornemen uit Digitaal 2017 voor persoonlijke mogelijkheden is op dit moment nog geen budget verbonden. Bovenstaande voorbeelden tonen echter de noodzaak aan om ‘Digitaal waar het kan, persoonlijk waar het moet’ concreet invulling te geven. Misschien dat 46 procent van de internetgebruikers dan op termijn niet in de digitale kou komen te staan.
Meer lezen over de digitaliserende overheid? Neem een abonnement op Sociaal Bestek>>
Geef een reactie