Ruim 1,3 miljoen mensen willen graag aan het werk, of ze werken al in deeltijd maar willen méér uren werken.
Dit betreft mensen zonder werk die wel op zoek zijn of beschikbaar zijn, en mensen die wel al in deeltijd werken maar meer uren willen werken. Zo blijkt uit cijfers van het CBS over het tweede kwartaal van dit jaar.
Deeltijdwerkers
Deze groep van 1,3 miljoen mensen is in drieën te verdelen. Allereerst de mensen die geen betaald werk hadden, actief naar een baan gezocht hebben én daarvoor direct beschikbaar waren. Dat waren in het tweede kwartaal 451 duizend mensen. Ten tweede mensen zonder werk die óf naar werk hebben gezocht óf hiervoor direct beschikbaar waren (436 duizend). En als derde deeltijdwerkers die meer uren wilden werken en hiervoor direct beschikbaar waren (460 duizend).
Deze drie groepen vormen samen het onbenut arbeidspotentieel. Sinds 2014 krimpt het Nederlandse arbeidspotentieel steeds verder: een jaar geleden ging het om 209 duizend mensen méér dan nu.
Jongeren
Onder 55-plussers is de daling van het onbenut arbeidspotentieel zonder werk later ingezet dan onder jongeren. In het tweede kwartaal van 2017 behoorden 217 duizend 55-plussers tot het onbenut arbeidspotentieel zonder werk. Alleen onder jongeren is deze groep nog groter. In het afgelopen kwartaal bestond deze uit 265 duizend personen. Bovendien geven jongeren die in deeltijd werken het vaakst aan meer uren te willen werken (117 duizend). Het onbenut arbeidspotentieel is daarmee niet alleen in absolute zin, maar ook in relatieve zin het grootst onder jongeren.
Geef een reactie