De tegenprestatie in de Participatiewet is niet bedoeld om werk te vinden, en dat lukt dan ook niet.
Dat stelt promovendus Thomas Kampen. Uiteraard zouden gemeenten graag zien dat mensen met een bijstandsuitkering aan het werk gaan, onder meer door het opdoen van routine als vrijwilliger, maar dat lijkt niet het geval.
Plichten en eigen verantwoordelijkheid van de burger staan centraal in de transitie naar de participatiesamenleving, die de overheid heeft ingezet. Het beleid is om mensen met ‘een afstand van de arbeidsmarkt’ verplicht te laten deelnemen aan vrijwilligerswerk. Dat zou hun employability vergroten en hen eerder een betaalde baan opleveren. Niet dus, is de conclusie van Thomas Kampen, die onderzoek deed onder bijstandontvangers. “De positieve aspecten van vrijwilligerswerk vergroten zelfs de afstand tot de arbeidsmarkt.”
Eigen kracht
Het promotieonderzoek van Kampen is gebaseerd op zo’n 55 diepte-interviews met bijstandscliënten uit vijf verschillende gemeenten: Amsterdam, Eindhoven, Leeuwarden, Nijmegen en Zaanstad. Deze gemeenten voeren al enkele jaren een actief beleid – met beloning of sanctie – om bijstandscliënten aan te zetten tot vrijwilligerswerk. Kampen onderzoekt hoe “verplicht” vrijwilligerswerk bijdraagt aan eigen kracht en employability.
Hoe is het mogelijk dat vrijwilligerswerk de afstand tot de arbeidsmarkt groter maakt? Het blijkt, zo constateerde Kampen, dat bijstandscliënten die vrijwilligerswerk doen, zich emotioneel distantiëren van de arbeidsmarkt.
Belangrijke reden daarvoor is dat ze zich schuldig en minderwaardig voelen omdat ze geen betaald werk hebben. Kampen: ‘Het vrijwilligerswerk leidt ertoe dat mensen steeds meer zin en betekenis geven aan dat werk. Uiteindelijk gaan bijstandscliënten meer hechten aan het maatschappelijk belang van het vrijwilligerswerk dan het persoonlijk belang van betaald werk.’ Waardoor ze dus minder snel een betaald baan vinden.
Participatie
De promovendus gaat nog verder in zijn conclusie: het overheidsbeleid voor bijstandscliënten werkt averechts. Vrijwilligers zien hun maatschappelijke bijdrage als een gift, een gelegenheid om terug te betalen voor in het verleden ontvangen hulp. Dat strookt volgens Kampen helemaal niet met de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, waar de overheid met de transitie op in wil zetten. Het overheidsbeleid van verplicht vrijwilligerswerk om beter een betaald baan te vinden schiet daarom volgens de promovendus zijn doel voorbij.
Geef een reactie