Het gaat de goede kant op met de werkgelegenheid voor jongeren met een handicap.
Dat constateert staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) vrijdag op basis van cijfers van uitvoeringsinstituut UWV over de Wajong-uitkering. Wajongers die van jongs af aan gehandicapt zijn, komen al een tijd steeds vaker aan het werk.
De Krom vindt het nu vooral bemoedigend dat voor het eerst meer jonggehandicapten aan de slag gaan bij een 'gewone' werkgever in plaats van in de sociale werkplaats. Vorig jaar zomer waren bijna 52.500 Wajongers aan het werk, tegen 48.700 een jaar eerder. Dat komt neer op ongeveer een kwart van de jonggehandicapten. Van hen waren 26.900 aan de slag bij een 'normale' baas, tegen 25.600 in de sociale werkvoorziening.
Sociale werkplaatsen
De Krom wees erop dat hij nu druk doende is met hervorming van regelingen, zoals de Wajong en sociale werkplaatsen, om meer mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking aan een 'gewone' baan te helpen. ‘Nu blijkt uit de cijfers dat dit ook kan, zelfs in crisistijd. Maar we zijn er nog lang niet. We moeten door, want meer dan de helft van de mensen in de Wajong kan werken', aldus de staatssecretaris.
De FNV vindt dat de cijfers bevestigen dat de huidige Wajong zijn vruchten afwerkt. In de aangekondigde Wet Werken naar Vermogen is het aan gemeenten om Wajongers naar gewone werkplekken te begeleiden. De vakcentrale vreest dat ze daarvoor niet het geld en deskundigheid hebben.
Geef een reactie