Gemeenten gaan in regionale mobiliteitsteams mensen die hun baan verliezen door de coronacrisis helpen bij het zoeken naar ander werk. In die teams zitten ook UWV, werkgeversorganisaties en vakbonden. Het kabinet wil zo passende begeleiding garanderen op de weg naar een nieuwe functie.
‘De inzet is dat mensen direct van de ene baan naar de andere gaan zonder in een uitkering terecht te komen.’ Dit schrijven minister Koolmees en staatssecretaris Van ’t Wout van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer. De brief bevat de uitwerking van een sociaal pakket, waar het kabinet 1,4 miljard euro voor uittrekt. Dit is de afgelopen weken uitgewerkt in overleg met vakbonden, werkgeversorganisaties, gemeenten en UWV.
Het sociaal pakket is een aanvulling op het steun- en herstelpakket voor ondernemers en werkenden, dat eind augustus werd gepresenteerd. Het kabinet verlengt de steunmaatregelen, zoals de NOW-subsidie voor werkgevers en de Tozo voor zelfstandigen, met negen maanden.
Eén loket
In totaal is 683 miljoen euro gereserveerd voor ondersteuning en begeleiding naar nieuw werk. De middelen komen voort uit een breed gedragen wens van de Tweede Kamer. Voor werkzoekenden die extra ondersteuning nodig hebben, is samen met onder meer gemeenten een nieuwe aanpak ontwikkeld. Die houdt in dat de werkzoekende bij ‘één loket’ terecht kan, waar wordt bekeken wat het beste aansluit op wat iemand nodig heeft.
De regionale mobiliteitsteams moeten de werkzoekende en werkgevers daarbij helpen. Voor de regionale mobiliteitsteams is er een budget van 195 miljoen euro. Gemeenten kunnen hier een beroep op doen voor hun deelname aan deze teams. Ook moeten de maatregelen aansluiten op zelfstandigen. Zelfstandigenloketten van gemeenten kunnen hierbij adviseren. Het kabinet trekt hier 7 miljoen voor uit.
Re-integratiebudgetten
Verder investeert het kabinet tijdelijk 270 miljoen euro in de re-integratiebudgetten van gemeenten voor dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. Hiermee moet de hogere uitstroom in de bijstand worden opgevangen. Om de dienstverlening aan mensen die nu als gevolg van de crisis de bijstand instromen te intensiveren, komt er 50 miljoen euro bovenop.
Waarborgfonds
Ook wordt verwacht dat problematische schulden en armoede zullen toenemen door de coronacrisis. Hierbij komen nieuwe groepen in beeld die eerder geen schulden hadden. Daarom krijgen gemeenten en andere partijen bijna 150 miljoen euro voor ondersteuning. Dit geld is onder meer bestemd voor het gemeentelijk schuldenbeleid en de bijzondere bijstand. Naar een waarborgfonds om schulden sneller te kunnen afwikkelen gaat 30 miljoen euro. Zo wordt het gemakkelijker saneringskredieten in te zetten. Daarmee worden de schuldeisers in één keer gedeeltelijk betaald voor finale kwijting van de restschuld.
Schuldhulp
Ook kunnen de regionale mobiliteitsteams een rol spelen bij de hulp aan mensen met schulden. Daarnaast zet het kabinet in op ‘een versnelde en geïntensiveerde schuldenaanpak’. Afgelopen zomer vonden met partijen als de VNG en Divosa rondetafelgesprekken plaats over dit onderwerp. Er is besproken hoe bestaande maatregelen kunnen worden opgeschaald en versneld. De gesprekken leidden tot een aantal concrete afspraken en acties. Staatssecretaris Van ’t Wout komt volgende week met de uitkomsten van de praatrondes. De komende tijd blijft hij ‘in nauw overleg met gemeenten’.
Jongeren
Verder maakt het sociaal pakket geld vrij voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. Jongeren die niet zelfstandig aan een baan komen, kunnen volgens het kabinet met de reguliere dienstverlening van gemeenten en de aanvullende hulp van regionale mobiliteitsteams verder worden geholpen. Maar er zijn ook jongeren die meer specifieke aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld degenen zonder startkwalificatie, voortijdig schoolverlaters, jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond of met een opleidingsrichting die weinig kans op werk biedt. Scholen en gemeenten krijgen 346 miljoen euro om langer doorleren te stimuleren of deze groepen te begeleiden naar passend werk.
Geef een reactie