Rotterdam heeft dit jaar al ruim drie ton aan schadevergoedingen betaald omdat aanvragen voor bijstandsuitkeringen te lang bleven liggen, concludeert de gemeentelijke ombudsman.
Eind maart luidde de gemeentelijke ombudsman Anne Mieke Zwaneveld bij de presentatie van zijn jaarverslag 2013 de noodklok: het aantal klachten over het cluster Werk en Inkomen was drastisch toegenomen, staat op de website van de ombudsman. “Het lijkt er op dat de gemeente de grip op de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand kwijtraakt”, concludeerde Zwaneveld toen. De gemeente trok, bij monde van wethouder Struijvenberg, het boetekleed aan.
De actuele conclusie: er is weinig tot niets verbeterd bij de sociale dienst. “Een gezin bleef maandenlang van inkomen verstoken en werd tot absolute wanhoop gedreven“, schrijft ombudsman Zwaneveld.
“De spanningen liepen zo hoog op, dat dit tot onbeheerste reacties van de man leidde en vervolgens tot onbehoorlijk en onprofessioneel gedrag van de behandelende ambtenaren. De afhandelingstermijn van de aanvraag WWB is in dit geval met meer dan een half jaar overschreden. Deze klacht is wat mij betreft op alle onderdelen gegrond. En zo heb ik nog veel meer van dit soort klachten in behandeling. Het aantal klachten dat bij mij wordt ingediend neemt ook zeker niet af”.
Dwangsom
Dat inwoners niet op tijd geholpen worden, levert ook kosten op voor Rotterdam. De gemeente heeft acht weken de tijd om een besluit te nemen over een bijstandsaanvraag, of te laten weten dat dit niet op tijd lukt. Als dit niet gebeurt, kan de aanvrager de gemeente in gebreke stellen. Die heeft dan nogmaals twee weken de tijd. Daarna gaat de teller lopen tot maximaal 1260 euro na 42 dagen.
Geef een reactie