Door vijf handige toepassingen van data bij de sociale dienst is een goudmijn aan te boren.
Column –
Mark Breed
De taken van de gemeente met betrekking tot de bijstand vallen in twee hoofdactiviteiten uiteen:
- Het verstrekken van de uitkering en het controleren op de rechtmatigheid hiervan (klant in beeld)
- Het terug naar de arbeidsmarkt begeleiden van de cliënt (klant in beweging).
Recent neemt het aantal bijstandsaanvragen en de daaruit volgende uitkeringen toe, terwijl op hetzelfde moment bezuinigingen worden doorgevoerd op de gemeentelijke budgetten. Hierdoor kiezen veel gemeenten voor het inzetten op controle bij de poort en besteden zij minder aandacht aan het zittende bestand.
Toch zijn er goede redenen om ook het zittende bestand niet uit het oog te verliezen. Uit ervaring blijkt dat het risico van oneigenlijk gebruik van de uitkering toeneemt naarmate iemand langer in de bijstand zit. Ook kan de leefsituatie van de cliënt in de loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld door samenwonen.
Hieronder noemen we vijf slimme toepassingen om met de inzet van de nu aanwezige data bij de gemeente het beheer van het zittende bestand efficiënter en effectiever te maken.
1) Handhaving
Een goede handhaving heeft positieve effecten op de financiën van de gemeente. Het tijdig opsporen van oneigenlijk gebruik zorgt er echter ook voor dat cliënten niet met torenhoge schulden worden opgezadeld die ze waarschijnlijk nooit meer kunnen terugbetalen.
Door het samenbrengen van interne en externe databronnen en door slimmer te kijken naar de data die binnen de sociale dienst van een cliënt bekend is ontstaan risicomodellen. Op basis hiervan kan een goede inschatting worden gemaakt welke cliënten veel aandacht verdienen en welke cliënten met minder intensieve begeleiding en controle toe kunnen.
Meer focus op handhaving levert twee belangrijke effecten op. De meest directe is repressie. Een uitkering kan worden verlaagd of zelfs stopgezet wanneer hiertoe aanleiding is. Een ander effect is de preventieve werking die uitgaat van handhaving. Wanneer de gemeente zichtbaar en goed handhaaft zal er minder moedwillig misbruik van voorzieningen worden gemaakt.
2) Zorgindicatie op niet-gebruik van voorzieningen
Een risicomodel zoals genoemd bij punt 1 kan ook worden opgesteld om zorg te bieden aan mensen die recht hebben op voorzieningen en hier geen gebruik van maken. Vaak heeft dit te maken met onbekendheid bij die cliënten van de wettelijke mogelijkheden.
De gemeente heeft op dit gebied een taak te vervullen, namelijk het ondersteunen van de zwakkeren in de samenleving. Het wijzen op de zorgvoorzieningen heeft als bijkomend effect dat mensen geen normen gaan overschrijden. Bijvoorbeeld door te zoeken naar alternatieve inkomstenstromen om zaken te betalen waar iemand volgens de wet gewoon recht op heeft.
Door data uit verschillende bronnen bijeen te brengen en deze langs een zorgmodel te halen kunnen aan de hand van indicaties personen worden geïdentificeerd die een grote kans lopen geen gebruik te maken van voorzieningen waar ze recht op hebben. De gemeente kan op dat moment besluiten meer aandacht te schenken aan deze cliënten.
3) Intake
Door gebruik te maken van data die voorhanden is bij de intake kan het beheer van het bestand worden vereenvoudigd. De inschatting van het risico op norm schendend gedrag kan al van tevoren bij de behandeling van de cliënt worden vastgesteld. Vragen als ‘Hoeveel aandacht gaat deze cliënt krijgen’ en ‘Op welke manier gaan we met de cliënt communiceren’ kunnen dan vooraf worden beantwoord en ingezet.
Bij de intake kan op basis van de data een traject worden geselecteerd, waarmee de cliënt richting werk geholpen kan worden. Hiermee wordt de begeleiding van een cliënt vereenvoudigd.
Een slimme intake is ook een uitstekend hulpmiddel om de selectie te verbeteren waarmee wordt bepaald of iemand überhaupt recht heeft op een uitkering. Op die manier wordt de instroom in de uitkering verminderd en het risico op onterechte uitkeringen door de gemeente drastisch beperkt.
4) Sociale trendanalyse en voorspellen
Door inzet van predictive analysis op de data van de gemeente kunnen er patronen worden ontdekt die trends inzichtelijk kunnen maken. Deze trends vormen een prima basis voor het opstellen van de planning en de budgettering. Het belangrijkste voordeel is dat de gemeente proactief kan sturen in plaats van reactie, bijvoorbeeld met betrekking tot de benodigde personeelsbezetting.
Wanneer een beter beeld van de toekomst kan worden geschapen is ook een effectievere planning van mensen mogelijk. Daarmee kan er nauwkeuriger worden gebudgetteerd op instroom, uitstroom en samenstelling van het bestand.
5) Stuurinformatie
Aansluitend op het vorige punt heeft de sociale dienst een schat aan informatie voorhanden om sturing te geven. Hier wordt in de praktijk nog (te) weinig gebruik van gemaakt. Door een beter inzicht in de samenstelling en groei van het bestand kunnen meer gefundeerde besluiten worden genomen. Beleid kan beter worden ontwikkeld en ook thema-onderzoeken kunnen onderbouwd worden ingezet.
Door op bovenstaande vijf manieren slimmer gebruik te maken van data die voorhanden zijn binnen de gemeente in het algemeen en specifiek binnen de sociale dienst kan er effectiever en efficiënter worden gewerkt. En door effectieve communicatie over een dergelijke werkwijze zal het gedrag van cliënten beïnvloed worden. Met als effecten dat er minder normschendingen zullen plaatsvinden omdat de pakkansbeleving groter is en het imago van de gemeente zal in positieve zin worden beïnvloed door de professionele werkwijze.
_______________________________________________________________________________________________________
Mark Breed werkt bij Info Support.
Geef een reactie