Een lastige kwestie. Burgers willen eerlijke en volledige informatie van hun gemeente; tegelijk zorgt deze openheid voor wantrouwen over het functioneren van de lokale overheid.
Dat concludeert Stephen Grimmelikhuijsen in zijn
promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht. De promovendus onderzocht de
relatie tussen transparantie en vertrouwen in de lokale overheid.
Eerlijkheid wordt gewaardeerd. Sterker: burgers vinden het
vanzelfsprekend volledig op de hoogte te worden gehouden. Toch is dit niet
meteen de brug tussen burgers en bestuur, deze transparantie, omdat
inwoners van gemeenten hun raden en colleges minder bekwaam vinden als ze
inzicht krijgen in het reilen en zeilen van het gemeentelijk bedrijf.
Minder competent
Gesteggel. Dat woord vat het beeld samen van inwoners die
goed op de hoogte zijn van de besluitvorming. Grimmelikhuijsen verdeelde drie
groepen respondenten voor zijn onderzoek. De groep die op de hoogte bleef door
gebalanceerde informatie zag de gemeenteraad als minder competent dan voorheen.
Het politieke spel maakte hen niet enthousiast.
De groep die heel positieve informatie over het
besluitvormingsproces kreeg, bleek het meest wantrouwig. Dit werd gezien als
opschepperij. De conclusie is dat burgers niet gek zijn, maar ook niet alles
hoeven te weten. Letterlijke transcripties van het proces komen het vertrouwen
niet ten goede. Toch blijft het daarmee lastig. Licht positieve informatie zou
volgens dit onderzoek het beste zijn.
Informatie
Transparantie is geen panacee,
concludeert Grimmelikhuijsen. De overheid kan het niet snel goed doen; wel
verkeerd. Toch adviseert de promovendus complete en geloofwaardige informatie
aan te bieden. Het is ook niet zo dat veel inwoners van gemeenten letterlijke
transcripties gaan lezen over het besluitvormingsproces.
Hans Visser says
Vertrouwen is – op een lijn uitgezet – de andere kant van angst. In het verband van dit artikel dus de angst bedoeld als: “Bang zijn dat je niet alles te horen/weten krijgt wat jou en jouw belangen aangaat.”
Als je zoveel mogelijk informatie krijgt – in het kader van meer openheid en transparantie – krijg je ook steeds meer input van daaraan gerelateerde zaken die de behoefte aan informatie daarover ook weer kan doen toenemen. Maar daarmee ook je zorg/ongerustheid of dat wel goed genoeg is (geregeld b.v.). De meeste burgers missen overzicht en samenhang in dat wat voor hen, hun vraag of behoefte, van belang is. Dan wordt informatie gefragmenteerd opgenomen met daarbij zelfgeproduceerde beeldvorming. En die wordt bepaald door eerdere ervaringen. Eerlijk proberen te zijn is mooi maar werkt pas goed als daaraan de openlijke erkenning vooraf gaat dat eerder sprake was van oneerlijkheid. Hetzelfde speelt rond ‘iets beter willen doen’. Als je dat maar steeds te horen krijgt zonder de erkenning dat iets dus nog niet goed genoeg gevonden wordt, krijgt het geen waarde. En al met al is voor die erkenning moed nodig. Zonder die moed is het moeilijk mensen t.a.v. ‘kunnen vertrouwen’ te bevredigen.