Marcel Ham en Jelle van der Meer onderzochten de doe-democratie en bezochten daarvoor een groot aantal burgerinitiatieven. ‘Hetzelfde project kan in het ene dorp heel goed werken en in het andere dorp helemaal niet van de grond komen.’
Het resultaat staat in hun boek ‘De ondernemende burger, de woelige wereld van lokale initiatieven.’ Het omschrijft de rondgang langs een aantal wijkondernemingen, ondernemende dorpen, zorgcoörperaties, buurtcoörperaties en buurthuizen. ‘En dan hebben we nog niet eens alle vormen van burgerinitiatieven bekeken’, zegt Marcel Ham, hoofdredacteur van Tijdschrift Sociale Vraagstukken. Want, wat is een burgerinitiatief eigenlijk? Het gaat over participatie, een terugtrekkende overheid, eigen kracht. Het is een begrip dat veel aandacht krijgt maar waarover ook langs elkaar heen wordt gepraat, zo constateren de auteurs in de inleiding van het boek.
Methodiek
En nee, er kwam geen methodiek bovendrijven om een burgerinitiatief te laten slagen, zegt journalist Marcel Ham. ‘Hetzelfde project kan in het ene dorp heel goed werken en in het andere dorp helemaal niet van de grond komen.’ Er spelen heel veel factoren en toevalligheden mee, wil een burgerinitiatief succesvol zijn. Tegelijkertijd kun je natuurlijk best een kijkje nemen in het Den Ham (Overijssel) waar burgers een zwembad in eigen beheer hebben als jij dat ook van plan bent, geeft Ham toe.
Democratie
In welzijnsland wordt vaak manisch positief geschreven over burgerinitiatieven. En initiatiefnemers van deze projecten willen vooral vertellen hoe goed het met hun project gaat’, zegt Ham. Er zit zeker een aantal mooie voorbeelden bij, maar de journalisten hebben de projecten vooral kritisch benaderd. ‘We hebben de vragen gesteld die sociologen als Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak ook stellen. Hoe democratisch zijn de projecten nu echt? Wordt iedereen wel ingesloten? Is het resultaat eigenlijk wel wat we voor ogen hadden?’
Het boek ‘De ondernemende burger’ van Marcel Ham en Jelle van der Meer is hier gratis te downloaden >>
Ondernemen
Er zijn zeker lessen te trekken uit de rondgang, vindt Ham. ‘De omschreven projecten bestaan al een tijdje. Je ziet dat sommige heel kwetsbaar blijven, andere worden juist steeds sterker.’ Het valt Ham op dat veel projecten zich bezig houden met hoe ze geld kunnen verdienen om te blijven bestaan en vaak ook hoe ze daarbij zo onafhankelijk van de gemeente kunnen blijven. Een burgerproject draaiende houden, is vooral ondernemen, zo blijkt.
Subsidie
‘Kijk bijvoorbeeld naar de Lucas Community in Amsterdam. Initiatieven die daar geen geld opbrengen, worden noodgedwongen de deur gewezen.’ De Lucas is een vrijplek voor ondernemende buurtprojecten; een fitnessruimte voor ouderen, een kringloopwinkel, een kookclub. Het initiatief is tegen structurele subsidie en de overheidsbemoeienis die daar vaak mee gepaard gaat. ‘Niet iedereen kan daarom meedoen. Is dat dan minder sociaal?’
Schaduwkant
Een ander voorbeeld is het Bruishuis in Arnhem. Een voormalig bejaardenhuis dat in handen is van buurtbewoners. Zij verhuren de kamers en de winst steken ze in allerlei activiteiten voor de buurt. ‘Dit project wordt bestuurd door een heel charismatische, professionele buurtbewoner. Hij is echt de kartrekker, maakt beslissingen over de besteding van duizenden euro’s. Dat gaat in Arnhem goed, maar zoiets kan natuurlijk ook verkeerd uitpakken. Dat is de schaduwkant van het loslaten van controle en het aan de burger overlaten.’
Eerst verdween de buurtwinkel, toen de buslijn en ook het pinapparaat ging weg. Dat deed iets met de bedrijvigheid in het dorpje Everdingen (Utrecht) waar de vergrijzing toeslaat en zonder deze voorzieningen de kans op eenzaamheid toeneemt.
Professional
‘Bij veel burgerinitiatieven zie je dat er leidinggevende figuren opstaan’, zegt Ham. Crypto-professionals noemt hij ze. Professionals vermomd als burgers. ‘Maar is dat eigenlijk erg? Is het project dan nog van de burgers?’, vraagt hij zich af. In Arnhem zegt de crypto-professional en zakelijk leider van het bejaardencomplex dat het niet te doen is om met alle betrokken buurtbewoners te overleggen over de beslissingen die hij nu veelal zelf neemt. ‘Sterker nog: hij zegt dat de bewoners dat helemaal niet begrijpen’, weet Ham. Het Bruishuis heeft een omzet van 5 ton, de zakelijk leider wil en kan daarover niet uitgebreid overleggen, zo legt hij uit in het boek.
Gemeente
Ham en Van der Meer hebben gemerkt dat de gemeente voortdurend ter sprake komt als probleem én oplossing. ‘Burgers vinden de houding van de gemeente vaak paternalistisch.’ Participatie is goed, maar wel volgens de regels van de overheid, zo is de ervaring. ‘Gemeenten zouden burgers meer ruimte mogen geven, meer kunnen meedenken en transparanter kunnen zijn over hun budget. Bovendien zouden gemeenten veel makkelijker met hun panden moeten omgaan’, stelt Ham. Voor de meeste burgerinitiatieven is het pand een grote kostenpost en daarmee cruciaal. Volgens de auteurs hebben burgerprojecten meer baat bij zekerheid over betaalbare huisvesting dan bij een onvoorspelbare, incidentele subsidie.
Geef een reactie