Gezondere burgers en lagere zorgkosten vormen de winst van preventieprojecten op wijkniveau. Daarom moeten zorgverzekeraars en gemeenten dit soort projecten samen opzetten en samen financieren.
Dat zegt de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in het advies ‘Preventie van welvaartsziekten’. De raad wil met dit advies afdwingen dat zorgverzekeraars en gemeenten een convenant sluiten. Zij pleit voor een preventiefonds, waarin 1 procent van het budget voor curatieve zorg moet worden gestort. Dat is een bedrag van 350 miljoen euro.
Deelname gemeenten
Lokale preventieprojecten zorgen voor gezondheidswinst en minder zorgkosten, legt RVZ-voorzitter Rien Meijerink uit. Als bewijs noemt hij een project in Utrecht Overvecht, dat is opgezet en gefinancierd door zorgverzekeraar Agis en de gemeente. Na drie jaar zijn er veel minder dikke kinderen. Zorgverzekeraar Agis merkte daarnaast dat de zorguitgaven ‘iets terugliepen’, zegt Meijerink. Hij wil maar zeggen: deze projecten betalen zich wel degelijk terug.
Het wordt lastiger als er meerdere zorgverzekeraars bij een preventieproject zijn betrokken, denkt de RVZ. Daarom pleit de raad voor een preventiefonds waarin zorgverzekeraars 1 procent van het premiegeld storten. Meijerink: “Het zou heel mooi zijn als ook de gemeenten inleggen in het fonds.” De koepelorganisaties van gemeenten en zorgverzekeraars zouden hierover een convenant moeten sluiten. Deze constructie zou ervoor moeten zorgen dat de winst weer terugvloeit naar de partijen die hebben geïnvesteerd.
Geen betutteling
Meijerink vindt niet dat de RVZ met dit advies ingaat tegen het beleid van minister Schippers, dat op individuele verantwoordelijkheid is gericht. Maar, zegt hij: “Als het om jeugd gaat, kun je die ‘eigen verantwoordelijkheid’ niet volhouden en is preventie geen vorm van betutteling.”
Met name jongeren moeten worden geholpen de juiste keuzes te maken. In het rapport signaleert de raad grote sociaal-economische verschillen in gezondheid. Meijerink: “Dit is onaanvaardbaar. Ik denk dat de minister dat ook vindt.”
Geef een reactie