Gemeenten hebben inmiddels van het Rijk te horen gekregen hoeveel budget zij ontvangen voor de re-integratie van mensen onder de Participatiewet. Hoe ziet het financiële plaatje er de komende jaren uit?
Gemeenten hebben vanaf 1 januari drie financieringsbronnen voor de uitvoering van de Participatiewet (figuur 1): de participatie-uitkering voor het betalen van de uitkeringen en loonkostensubsidies, geld uit het gemeentefonds voor de uitvoering van de Participatiewet plus de bijzondere bijstand en als derde de middelen voor de re-integratie van de doelgroep van de Participatiewet.
Gemeentefonds
De integratie-uitkeringen sociaal domein zijn net als de algemene uitkering vrij besteedbaar en er vindt geen verantwoording naar het Rijk plaats. De middelen die voor re-integratie worden verstrekt, zullen wel apart zichtbaar blijven op de gemeentefondsbegroting. Het kabinet heeft in overleg met de VNG ook waarborgen ingebouwd, waaronder een integrale monitor sociaal domein, zodat de re-integratieuitkering zoveel mogelijk wordt ingezet op het sociaal domein.
Landelijke totalen
In de integratie-uitkering sociaal domein worden de volgende re-integratiemiddelen gebundeld (tabel 1): het huidige participatiebudget dat nu beschikbaar is onder de WWB, de huidige middelen voor de Wsw en de re-integratiemiddelen voor de nieuwe doelgroepen die voorheen van de Wsw of de Wajong gebruik zouden maken, maar die vanaf 2015 zijn aangewezen op de Participatiewet.
Verdeling over gemeenten
Voor de verdeling van de re-integratiemiddelen over de gemeenten zijn nieuwe verdeelmodellen gemaakt. Elk onderdeel wordt apart verdeeld.
Wilt u hier meer over lezen? Dat kan, in Sociaal Bestek editie dec/jan. Ga voor een voordelig introductieabonnement naar www.gemeente.nu/Sociaal/Sociaal-Bestek/
Geef een reactie