Mensen met meervoudige problemen? Ook zij kunnen aan het werk, met hulp van gemeenten.
– VISIE – Mea Bhagwandin
In Nederland heeft een substantiële groep mensen te maken met meerdere problemen op verschillende leefgebieden. Uit een cijfermatige verkenning van het ministerie van SZW (2010), blijkt dat het gaat om ruim 300.000 uitkeringsontvangers, die in een vicieuze cirkel van problemen zitten en die ze niet op eigen kracht kunnen oplossen.
Naast langdurige werkloosheid, hebben ze een aantal veel voorkomende problemen, zoals een te lage opleiding voor de arbeidsmarkt, gezondheidsproblemen, schulden, verslaving, opvoedproblemen en uitval op school. Voor cliënten met meervoudige problemen is het vaak lastig werk te krijgen en te behouden.
Multiprobleemcliënten
Voor multiprobleemcliënten zijn al vele interventieprogramma’s en methoden ontwikkeld. Gemeenten hebben o.a. ervaring opgedaan met gezinsregisseurs, wijkcoaches, frontlijnteams en met het experiment Achter de voordeur. Toch gaat er nog veel mis. Veelgehoord is de kritiek op de afstemmings- en samenwerkingscultuur binnen de hulpverlening. Hulpverleners ervaren onvoldoende doorzettingsmacht, ze lopen tegen schotten aan in de financiering, waardoor adequate hulpverlening wordt belemmerd.
Als het misgaat, moet er met te zware middelen ingegrepen worden. Een ander kritiekpunt is dat de hulpverlening zich vooral richt op het verlenen van ‘zorg’ en er is weinig oog voor participatie in enigerlei vorm. Mensen raken als het ware opgesloten in de hulpverlening.
Er zijn goede argumenten om voor multiprobleemcliënten in te blijven zetten op werk en waar dat niet mogelijk is, op vormen van maatschappelijke participatie. Werk biedt contacten en geeft betekenis aan het bestaan van mensen. Werken heeft op veel mensen een gezond makend effect. Ook uit kostenoverwegingen is het van belang in te zetten op betaald werk voor een ieder die kan werken. Bij een aantal multiprobleemcliienten kan werk zelfs onderdeel van de oplossing van het probleem zijn.
Wet werken naar vermogen
Gemeenten hebben de opgave de komende tijd de ondersteuning van burgers op het terrein van werk en inkomen, opvoeding, zorg, etc. opnieuw in te richten. De decentralisaties bieden mogelijkheden voor samenhangende ondersteuning waarmee burgers met problemen op meerdere leefgebieden geholpen kunnen worden.
Gemeenten zouden kunnen kijken naar de overlap in verschillende voorzieningen, die gericht zijn op het bevorderen van participatie en activering van kwetsbare burgers. Denk aan dagbesteding die voor verschillende doelgroepen op verschillende plekken in een gemeente wordt georganiseerd: in de GGZ, maar ook in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg en WMO-buurtvoorzieningen. Het weghalen van de overlap in diensten en voorzieningen bespaart geld.
Gemeenten kunnen ook kiezen voor een andere inrichting van de dienstverlening in plaats van deze te organiseren via allerlei aparte loketten. Een aantal gemeenten werkt al met sociale teams, dichtbij, in de eigen woonomgeving van de burger. Deze teams werken met mandaat, ze zijn budgetverantwoordelijk en ze beschikken over een aantal interventies waardoor ze in staat zijn snel in te grijpen en kortdurende hulp te verlenen. Hiermee krijgt ook preventie, voorkomen dat problematiek verergert waardoor zwaardere hulpverlening nodig is, een vast plek in de ondersteuning. Uiteraard zal zo’n sociaal team, bij te complexe problematiek, doorverwijzen naar specialisten (psychiater, psycholoog, gezinscoach, etc.).
Ook spreken steeds meer gemeenten burgers aan op hun eigen verantwoordelijkheid en stimuleren zij mensen om hun eigen netwerk van familie, vrienden en kennissen in te schakelen bij problemen. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden naar wat burgers zelf kunnen in plaats van dat hulpverleners de regie overnemen. Denk daarbij aan het instrument van de Eigen krachtconferenties, waarbij het probleem onder leiding van een deskundige opgelost wordt in het eigen sociale netwerk van de mensen.
Gemeenten passen steeds vaker het principe van wederkerigheid toe, als het gaat om activering van mensen en het vragen van een tegenprestatie voor de uitkering.
GGZ
Nogal eens wordt gedacht dat mensen, als gevolg van hun problemen, niet in staat zijn te werken. Toch zijn er tal van mogelijkheden om hulpverleningstrajecten te combineren met toeleidingstrajecten naar werk. Een goed voorbeeld is de begeleiding van mensen met een GGZ-achtergrond door Actenz (onderdeel GGZ-inGeest) waarbij mensen begeleid worden om de regie over hun eigen leven weer op te pakken. In die aanpak neemt werk een belangrijke plek in.
Ook plaatsing van mensen bij werk- en leerbedrijven of bij een werkgever met loondispensatie of met jobcoaching zijn enkele mogelijkheden om kansen voor werk te creëren voor mensen met multiproblematiek.
Mea Bhagwandin is an de directie re-integratie en participatie van het ministerie van Sociale Zaken. Op 31 mei wordt een congres gehouden over dit onderwerp. Hier is meer informatie te vinden over de hulp aan multiprobleemcliënten >>
Geef een reactie