De uitdagingen voor wijkteams blijven groot. Optreden maar ook terugtreden, laagdrempelige toegang en ook casusregie, generalistisch én specialistisch werken.
– blog – Joost Vos
De handreiking ‘Het wijkteams als werkplaats’, benoemt zo twintig dilemma’s van wijkteams. De ambitie is dat het wijkteam laagdrempelig aanwezig is. En dat het burgers die hulp nodig hebben ook echt helpt. Breed beschikbaar zijn en dan ook tijd vinden om echt wat te doen. Die beide ambities staan in veel wijkteams op gespannen voet. De verleiding is groot om stevig in te zetten op de actuele caseload. Met als gevolg dat de aandacht van het wijkteam smaller is dan beloofd. Dit gebeurt helaas op veel plaatsen.
We zien dat wijkteams onvoldoende toe komen aan outreachend werken en vroegsignalering. Om op vragen over die inzet een antwoord te geven, moet het gesprek ook gaan over keuzen hoe en wanneer je iemand gaat helpen, de omvang van de eigen inzet en de afbouw daarvan. ‘Zelf doen of overdragen’ is een dilemma dat daar ook bij hoort.
De bedoeling van de transformatie is dat er echt anders gewerkt wordt. We verwachten van de wijkcoach dat hij present is. Dat hij beschikbaar is met voldoende capaciteit, dat hij aandacht heeft voor de vraag van de burger en dat hij het verschil weet te maken. Burgers weten feilloos te benoemen of ze zo’n presente houding ervaren. Ze waarderen het als mensen er echt voor hen zijn en een bijdrage leveren om hun probleem op te lossen.
De lat ligt hoog als je met het gehele wijkteam echt present wilt zijn. Die ambitie legt een dubbele druk op de leerprocessen van de wijkteams. Het vraagt allereerst om investeren in de verbreding van de kennis van wijkcoaches. Zij leren met praktische cursussen om te gaan met de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM), met instrumenten voor het afgeven van een beschikking of met op- of bijschalen bij mensen met een meervoudige problematiek, zoals combinaties van schulden, huiselijk geweld, kindermishandeling, verslavingszorg en dakloosheid.
Tegelijkertijd ligt er de grotere leervraag: Hoe te zorgen voor een transformatie van het gedrag van burgers en van professionals. Deze transformatievraag is een reflectievraag. Het gaat om een fundamentele bezinning op de eigen professionele rol. Professionals lopen daarbij tegen verschillende dilemma’s op. In het gesprek heeft ieder andere inzichten, behoeften en bijdragen. De dialoog over zulke vragen brengt het veld in beweging. De dialoog zorgt dat we niet alleen taken verschuiven maar ook gedragspatronen veranderen. Sommige wijkteams investeren hierin fors. Andere wijkteams zijn er nog onvoldoende aan toe gekomen.
Transformeren moet je doen. Dat is de pragmatische houding die we bij ons onderzoek naar samenwerking in de wijkteams van Enschede en Uden steeds opnieuw aantroffen. In teams met zo’n doenersmentaliteit is de rem niet gauw gevonden. Daarom is het dubbel fijn om te merken dat juist deze teams bereid waren om stil te staan bij de diepere leervragen. En zo een beweging in gang te zetten. Vele wijkteams hebben de handreiking met hun twintig dilemma’s gevonden en zijn er mee aan de gang gegaan. De ervaring leert dat zij het werk met hernieuwde energie oppakken. Doorgaan met vallen en opstaan. En steeds beter de weg vinden om echt anders te werken. Om burgers in hun kracht te zetten waar die potentie aanwezig is. En om indringend in te grijpen als dat geboden is. Dat vraag om optreden én terugtreden, om laagdrempelige toegang én om casusregie om generalistisch én specialistisch werken. Indringende vragen die zonder reflectie op het werk niet worden opgelost.
Gratis E-boek: Het wijkteam als werkplaats. Download hier >>
Geef een reactie