De wijkzorg nieuwe stijl zal leiden tot incidenten, is de waarschuwing. “De wijkverpleegkundige heeft scholing en een duidelijk beroepsprofiel nodig.”
Volgens Helma Zijlstra, directeur van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, zullen incidenten na alle vernieuwingen in de zorg onvermijdelijk plaatsvinden. “Maar dat moet niet gelijk weer leiden tot nieuw beleid”, zegt ze tegen Zorg+Welzijn.
De wijkverpleegkundige wordt weer een belangrijke professional. “Zoals ze ooit was: een zelfstandige beroepskracht in het gezin, maar dan in een modern jasje,” zegt Zijlstra. Het grote verschil: vroeger nam de wijkverpleegkundige de zorg van de cliënt over. Nu moet ze samen met andere professionals in het sociale wijkteam het zelfmanagement van de cliënt ondersteunen.
Indicatie
Vanaf 2015 gaat de wijkverpleegkundige zelf de zorg indiceren. Het ministerie van VWS heeft V&VN opdracht gegeven een indicatie-instrument te ontwikkelen als hulpmiddel voor wijkverpleegkundigen bij het vaststellen van de zorg en de zorgtoewijzing. De projectgroep is vorige maand begonnen en zal per 1 juni 2014 het resultaat opleveren aan staatssecretaris Van Rijn.
Sociale taken
Taken in het sociale domein maken geen onderdeel uit van het indicatie-instrument, verzekert de directeur van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland. “De wijkverpleegkundige heeft een signaleringstaak, bijvoorbeeld bij schulden, eenzaamheid of vervoersproblemen. Zij gaat dit soort problemen niet zelf oplossen, maar zoekt contact in het sociale wijknetwerk. De wijkverpleegkundige moet zich wel bij de leest houden. We moeten er voor waken dat ze een klein indicatieorgaantje in de wijk wordt. Dan gaat de wijkverpleegkundige te ver weg van haar centrale taak: de zorg.”
Wat is nodig voor de wijkverpleegkundige nieuwe stijl? “Scholing en een duidelijk beroepsprofiel,” vindt de directeur. Ondersteuning van de cliënt vraagt volgens haar een andere ‘attitude’, bij zorgverlener en bij de cliënt: “Wijkverpleegkundigen moeten om kunnen gaan met het zelfmanagement van cliënten. Verder moeten ze verschillende rollen kunnen vervullen. Niet alleen die van zorgverlener, ze krijgen ook de coördinerende taken om de gehele zorg van een cliënt goed te laten verlopen.”
Of alle wijkverpleegkundigen blij zijn met die nieuwe taken? “Die wij spreken wel. We moeten ze op hun kracht aanspreken: hun kijk op de totale situatie van de cliënt.”
Projecten als “de Zichtbare schakel” hebben de wijkverpleegkundige al gepositioneerd als centrale hulpverlener in de wijk. Zijn de taken zo helder? “Er is altijd een grijs gebied,” zegt Zijlstra.
“Het is niet de bedoeling dat wijkverpleegkundigen alles zelf gaan doen. Voor de uitvoering van zorgtaken werkten ze samen met verpleegkundigen en verzorgenden. De wijkverpleegkundige werkt ook op de grens van zorg en welzijn. De grote uitdaging wordt hoe dat in de wijk te organiseren en financieren.” Volgens Zijlstra is dat een kwestie van afspraken maken in de regio tussen gemeenten, verzekeraars en zorgaanbieders. “Ik schat in dat het wel twee tot drie jaar gaat duren voor we met elkaar een goed werkend systeem kunnen neerzetten. Ik denk niet dat de invoering moet worden uitgesteld.”
Incidenten
Er zitten wel adders onder het gras van de ‘nieuwe zorg in de wijkteams’ volgens Helma Zijlstra. De overgang van de zorg uit de AWBZ naar verzekeraars en gemeenten zal niet overal gladjes verlopen. “Er zullen zich ongetwijfeld incidenten voordoen met cliënten die te weinig of niet de juiste zorg krijgen,” verwacht Zijlstra. “Het is te hopen dat daardoor niet weer meer regels komen, die de ruimte van de professional beperken. In de werkpraktijk moet je ontdekken waar de problemen zitten en daar gezamenlijk aan de oplossingen werken.”
Geef een reactie