De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft de onderzoeksbasis voor veel gemeentelijk Wmo-beleid beoordeeld als ‘deugdelijk’. Hieraan een eigen invulling geven, kan daarentegen leiden tot juridische problemen.
Dit blijkt uit twee uitspraken die de hoogste rechter in bestuurszaken maandag deed. De gemeenten Nijkerk en Bodegraven-Reeuwijk kregen een tik op de vingers, maar dat leek niet de belangrijkste inzet van de zaak. Het ging vooral ook om het onderliggende KPMG-rapport (pdf). Veel gemeenten stellen op basis hiervan het aantal uren ondersteuning vast.
‘Geobjectiveerd onderzoek’
In april bestempelde de rechtbank Gelderland dit onderzoek als ‘niet deugdelijk’. Die uitspraak legde een bom onder het beleid. Maar dit oordeel houdt dus geen stand. De CRvB argumenteert dat het rapport wél deugdelijk tot stand is gekomen: ‘Het onderzoek is gedaan door een onafhankelijke partij, die geen belang had bij de uitkomst van dat onderzoek. Het onderzoek voldoet aan de eisen die daaraan in eerdere rechtspraak zijn gesteld.’
De eerdere kritiek was dat een urennorm die voor ieder type huishouden geldt, géén maatwerk kan zijn zoals de wet voorschrijft. Het onderzoek gaat namelijk uit van gemiddelden. Ook wordt niet gekeken naar de vraag in hoeverre iemand nog zelfredzaam is, of naar de grootte of samenstelling van het huishouden.
Standaarden en afwijken
Maar een ‘standaardmodule’ staat niet op gespannen voet met maatwerk, zo oordeelde de raad al eerder. ‘Ofschoon de beleidsregels niet inhouden dat maatwerk in het concrete geval wordt geleverd, wordt dit in de praktijk wel gedaan in die zin dat van de vaste modules wordt afgeweken als de omstandigheden daar aanleiding toe geven,’ stelde de raad in 2016. Naar die uitspraak wordt nu weer verwezen.
Daarbij is ‘steeds vereist dat het college een onderzoek doet naar alle van belang zijnde individuele feiten en omstandigheden’. Desnoods moet vervolgens van de urennorm worden afgeweken. ‘Verder is van belang dat in het KPMG‑rapport wordt onderkend dat in sommige situaties aanvullend maatwerk noodzakelijk zal zijn.’
Eigen invulling
Nijkerk en Bodegraven-Reeuwijk gingen echter in de fout doordat ze hun eigen inhoudelijke invulling aan de standaard gaven. ‘Bijvoorbeeld omvat het licht huishoudelijk werk in het beleid van Nijkerk ook opruimen en afwassen.’ Het KPMG-rapport betrekt die taken niet in de normtijden. ‘Nijkerk mocht die normtijden dan ook niet gebruiken om het aantal uren per week huishoudelijke hulp vast te stellen.’ De uitkomst is dat de inwoners alsnog recht hebben op het hogere aantal uren huishoudelijke hulp dat zij ontvingen vóór de aanpassing van het gemeentelijk beleid.
Peter de Pagter says
Wellicht de uitspraken nog even nalezen?
mr. Kevin Wevers says
Gatenkaas uitspraak, of niet dan Peter? 😉 Wat een fluituitspraak zeg.