Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid gaat er bij gemeenten op aandringen om ggz-patiënten herkeuringen zoveel mogelijk te besparen. Sommige van deze patiënten dreigen minstens tweemaal te worden herkeurd, omdat het langer duurt voor ze aanspraak kunnen maken op langdurige zorg.
Gemeenten zijn er verantwoordelijk voor dat mensen met een psychische stoornis ‘beschermd’ kunnen wonen, in de hoop dat ze langzamerhand een gewoon leven kunnen oppakken. Mensen voor wie dat te hoog gegrepen is, zouden een beroep moeten kunnen doen op langdurige zorg, maar die overgang duurt langer dan gedacht. Blokhuis denkt dat die pas in 2021 rond is. De overgangsregeling die voor hen is getroffen is dan al verlopen, waardoor gemeenten mogelijk opnieuw willen vaststellen wat een patiënt mankeert en welke zorg hij nodig heeft.
Niets voorschrijven
De groep ggz-patiënten die het betreft telt naar schatting rond de 10.000 mensen. Blokhuis ‘streeft naar rust’ voor de cliënten en beloofde in de Tweede Kamer met gemeenten te gaan praten. Maar hij ‘kan gemeenten niets voorschrijven’. De staatssecretaris vindt het ook spijtig dat de openstelling van de langdurige zorg voor deze ggz-patiënten zo lang gaat duren, maar ziet niet hoe het anders zorgvuldig kan. Het leeuwendeel van de Kamer berust daarin.
Geef een reactie