De budgetplafonds die na het decentraliseren van de jeugdzorg en Wmo uit beeld verdwenen, zijn onder druk van gemeentelijke tekorten weer bezig met een opmars. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken.
‘De open-eindbekostiging die nog in veel gemeenten geldt, lijkt zijn langste tijd te hebben gehad,’ schrijft Divosa. De organisatie van directeuren in het sociaal domein liet onderzoeksbureau PBQL diverse rapporten van lokale rekenkamers doorspitten. De noodzaak om afscheid te nemen van het huidige bekostigingssysteem komt daarin geregeld naar voren.
Invloed uitoefenen
‘Budgetplafonds leiden ertoe dat gemeenten meer grip en regie krijgen op zorguitgaven,’ verklaren de onderzoekers (pdf). Maar enkel zo’n plafond is niet genoeg: ‘Hierbij is het wel nodig dat aanbieders inzicht bieden in de status van het budget zodat tijdig kan worden bijgestuurd als plafonds worden bereikt.’ Gemeenten zouden moeten zorgen dat ze de noodzakelijke informatie te pakken krijgen en vervolgens ‘invloed uitoefenen’ op de hulpverleners die jongeren verwijzen naar specialisten.
Ook de Monitor gemeentelijke zorginkoop 2019 maakt melding van oprukkende limieten aan de zorgbudgetten. ‘Het gebruik van budgetplafonds werd door de jaren steeds minder. De nieuwe overeenkomsten per 2019 laten echter een toename van de toepassing van budgetplafonds zien: in 17 procent van de nieuwe Wmo-overeenkomsten en 26 procent van de nieuwe jeugdhulpovereenkomsten per 2019 is sprake van budgetplafonds.’
Strijdig met zorgplicht?
De plafonds liggen vooral bij linkse politici gevoelig. Anderhalf jaar geleden riep PvdA-Kamerlid John Kerstens minister De Jonge via schriftelijke vragen op het matje. Volgens Kerstens zijn de plafonds in strijd met de wettelijke zorgplicht van gemeenten. De Jonge ontkent dat, hij vindt dat de plicht breder dan individuele aanbieders moet worden bekeken. ‘Het enkele feit dat een aanbieder op enig moment aan zijn budgetplafond zit, hoeft niet te betekenen dat een gemeente haar wettelijke verantwoordelijkheden niet nakomt.’
Amsterdam maakte onlangs ook al melding van het instellen van een budgetplafond. ‘We moeten scherpere keuzes maken, zodat elk Amsterdams kind passende hulp krijgt binnen de financiële ruimte die we daarvoor hebben. De huidige situatie is simpelweg financieel onhoudbaar,’ schreef wethouder jeugd Simone Kukenheim aan de raad.
meesterleen says
Voor dat er überhaupt over budgetplafonds gedacht kan gaan worden is het m.i. zaak dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen voor wat betreft het in het bedrijfsleven gebruikelijke “Good Governance” en daardoor op zijn minst goed en terdege, zowel vooraf als achteraf, hun uitvoerings handelen met (onder) aannemers controleren op zowel de kwaliteit als de declaraties van de geleverde uitvoering door derden, zoals zorgaanbieders Wmo 2015, etc. Mij is bekend dat niet geleverde HH-hulp gewoon wordt gedeclareerd en binnen het kader van de aanbestedingsovereenkomst gewoon door de gemeente wordt betaald.
Een cliënte moest in het voorbije jaar 4x het per B&W-besluit afgegeven 3 uur p.w. HH+ hulp missen, omdat de zorgaanbieder in gebreke bleef; melding aan de gemeente gaf geen enkele reactie (zie Monitor: “zorgcowboy’s” dir. DSW voor grote bedragen van manipuleren/oplichten) bijv. ook toestemming gemeente voor een serie van 15 behandelingsgesprekken; slechts 2 gesprekken gedaan, toch voor 15 bij voorbaat al betaald gekregen. Dus goed op de centjes letten voorkomt wellicht budgetplafonds, maar daarvoor moet dan wel gewerkt worden!!