Burgers moeten een rol krijgen in de discussie over de uitvoering van de stelselwijziging, stelt Hans-Martin Don, voorzitter van de Koepel Wmo-raden.
“Het grootste probleem is dat er nog steeds geen concrete plannen liggen.” Don pleit voor meer tijd om de plannen uit te voeren en voor een landelijke participatieraad van burgers.
“Er wordt óver de burger gepraat, niet mét de burger. Als de overheid de eigen kracht van mensen aanspreekt, moet je de burgers ook bij de plannen betrekken. Maar er is sprake van een topdown benadering.” Dat zegt Hans-Martin Don, voorzitter van de Koepel Wmo-raden. De koepel, die de gemeentelijke Wmo-raden vertegenwoordigd, heeft een brandbrief naar de Vereniging Nederlandse Gemeenten, naar de Tweede Kamer en naar staatssecretaris Van Rijn gestuurd. Kern van de boodschap: gemeenten hebben meer tijd nodig om de stelselwijziging in te voeren. Burgers moeten geïnformeerd worden en een rol krijgen in de uitvoering van de stelselwijzigingen.
Transities
De Wmo-raden, de lokale burgeradviesraden, constateren, aldus Don, dat gemeenten onder te grote druk staan. Drie grote transities staan hen te wachten: invoering van de Wet werken naar vermogen, de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo en de transitie van jeugdzorg. De stelselwijziging moet al per 1 januari 2015 doorgevoerd worden. Volgens Don is er te weinig tijd voor gemeenten om de stelselwijziging zorgvuldig door te voeren.
“Er is nog geen politiek besluit genomen. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten er daarna nog over debatteren. Misschien dat er aan het eind van het jaar een besluit ligt dat uitgevoerd moet worden. Dan hebben we een jaar om de plannen in het gemeentebeleid te integreren.”
Klankbordgroep
De Koepel Wmo-raden stelt voor een landelijke Participatieraad te formeren “om burgers een positie te geven in de discussies over de transities die staan te gebeuren”.
Don, eerder zorgwethouder in Eindhoven en momenteel directeur van het Leger des Heils: “De raad kan fungeren als een klankbordgroep, die burgers vertegenwoordigt die nog geen stem hebben. Cliënten en patiënten worden vertegenwoordigd door belangenorganisaties. Maar ik ben bijvoorbeeld een gezonde burger, die over een aantal jaren te maken krijgt met besluiten die nu worden genomen. Wie vertegenwoordigt mij?”
Geef een reactie