De Centrale Raad van Beroep heeft vandaag drie richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Beslist is dat huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015 valt. Hierdoor blijven aanspraken op huishoudelijke hulp die zijn toegekend onder de tot 1 januari 2015 geldende oude Wmo, ook daarna gelden.
De gemeente kan die aanspraken met toepassing van de Wmo 2015 aanpassen aan haar nieuwe Wmo-beleid. Dit beleid moet berusten op objectief en onafhankelijk onderzoek naar de tijd die nodig is voor een schoon en leefbaar huis. Overleg met gecontracteerde zorgaanbieders en cliëntenraden is niet toereikend.
Kom naar het congres Innovatie in de WMO 2016 29 september 2016, Abrona, Huis ter Heide en laat u inspireren over innovatieve vormen van samenwerking in de wijken met alle betrokkenen gemeenten, aanbieders, zorgverzekeraars én burgers Lees meer>>
Utrecht en Aa en Hunze
In de twee Utrechtse zaken is beslist dat de gemeente eerst deugdelijk onderzoek moet doen, in plaats van uit te gaan van het gestelde financiële kader. In de zaak van Aa en Hunze is beslist dat een gemeente huishoudelijke hulp mag aanbieden in de vorm van een algemene voorziening. Aanvullend hierop moet een op de persoon afgestemde maatwerkvoorziening worden aangeboden, indien dat nodig is voor de zelfredzaamheid. De gemeente Aa en Hunze mocht haar inwoner echter niet verwijzen naar de algemene voorziening ‘schoonmaken huis’, omdat de algemene voorziening van Aa en Hunze niet voldoet aan de eisen van de Wmo 2015.
Volgens de bestuursrechter is huishoudelijke hulp wel degelijk onderdeel van de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning, waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Dat betekent dat ze verplicht zijn om bij te springen als mensen zelf hun huis niet kunnen schoonmaken.
Eerder beweerden sommige gemeenten dat dit niet zo was. Een aantal rechtbanken in Nederland deed hierover tegenstrijdige uitspraken.
,,Gemeenten kunnen niet langer wegduiken. Wel vinden wij het een schande voor de getroffen senioren dat er een rechter aan te pas heeft moeten komen. Dit had de politiek moeten voorkomen”, zegt Liane den Haan, directeur bij ouderenorganisatie ANBO.
Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een beperking en chronisch zieken, vindt dat gemeenten die de afgelopen tijd in de fout zijn gegaan, nu ,,als de bliksem” hun beleid moeten aanpassen. ,,Ze moeten hulp gaan bieden als het nodig is. En mensen die onterecht geen of te weinig huishoudelijke hulp hebben gekregen, moeten die alsnog krijgen. We gaan de staatssecretaris vragen om erop toe te zien dat gemeenten dit met spoed gaan doen”, zegt Illya Soffer, directeur van de organisatie.De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Geef een reactie