Minister De Jonge van Volksgezondheid erkent ‘dat de toegang tot zorg en ondersteuning nog niet voor iedereen goed geregeld is’ bij gemeenten. Hij zoekt oplossingen zoveel mogelijk ‘binnen het huidige stelsel’, het instellen van één loket hoort daar niet bij.
Dat blijkt uit een brief die de minister aan de Tweede Kamer heeft gestuurd als reactie op een kritisch rapport van de Nationale ombudsman. Gemeenten zouden nog steeds te veel vanuit hun eigen regels en kaders denken. Daardoor komt het geregeld voor dat mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.
Altijd te woord gestaan
De ombudsman deed de aanbeveling om één loket in te voeren voor mensen met een zorgvraag. Daar is eerder ook om gevraagd vanuit de Kamer. De Jonge schuift dat idee echter terzijde. ‘Ik vind dat lokaal goed moet worden samengewerkt, bijvoorbeeld vanuit het principe van “no wrong door”. Dit houdt in dat mensen met een ondersteuningsvraag altijd te woord worden gestaan en een adequaat antwoord krijgen, ook al melden ze zich in eerste instantie bij het “verkeerde” loket.’
(Lees verder onder de advertentie)
Bedrijfsvoering in het sociaal domein – collegereeks
Gemeenten, gemeentelijke diensten, (jeugd)zorg- en welzijnsinstellingen staan enorm onder druk.
Tijdens zes colleges geven inspirerende hoogleraren en praktijksprekers aan hoe u uw bedrijfsvoering goed aansluit op de ontwikkelingen in het sociaal domein.
De Jonge plaatst op zijn beurt ook ‘kritische kanttekeningen’ bij het rapport van de ombudsman. ‘Het beeld dat geschetst wordt, is dat de toegang tot zorg en ondersteuning in Nederland in algemene zin slecht geregeld is. Kwetsbare mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben zouden aan hun lot worden overgelaten. In dat beeld herken ik mij niet en het blijkt bovendien niet uit recent verschenen onderzoeken.’
Binnen bestaande stelsel
Hij verwijst daarbij naar een rapport van het SCP, waarin naast veel kritiek ook enkele positieve punten werden vermeld over de decentralisatie van de zorg. Het planbureau pleitte echter nadrukkelijk voor een ‘herbezinning’ op onderdelen van de Wmo. Het huidige stelsel zou een aantal niet te repareren weeffouten bevatten en daarom terug naar de tekentafel moeten.
De Jonge wil daarentegen vooral verbeteringen doorvoeren binnen het bestaande stelsel, zo maakt hij duidelijk. In de brief somt hij een reeks acties op ‘waarin we samen met gemeenten, cliëntorganisaties, branche- en koepelorganisaties en/ of overige relevante stakeholders werk maken van betere zorg en ondersteuning’.
Behoefte aan rust
Aanpassing van de soms knellende wettelijke kaders sluit de bewindsman niet uit, maar erg enthousiast is hij daarover ook niet. ‘Indien nodig en relevant zal ik kijken naar mogelijkheden (tijdelijke) experimenten toe te staan of noodzakelijke aanpassingen in wet- en regelgeving door te voeren. Ik constateer wel dat iedere stelselwijziging onherroepelijk zal leiden tot nieuwe discussies over grensvlakken en overlap, terwijl in de praktijk juist behoefte is aan rust om te komen tot vernieuwing.’
Geef een reactie