De dienstencheque stimuleert de arbeidsmarkt voor laaggeschoolden. Dat blijkt uit onderzoek van PwC. Het systeem zou ongeveer 228.000 banen kunnen opleveren.
In Nederland is de particuliere huishoudelijke hulp vooral een onderdeel van de informele markt, in tegenstelling tot de Wmo en AWBZ-zorghulp, terwijl het werk niet veel van elkaar verschilt. De arbeidsparticipatie van laagopgeleide vrouwen in Nederland is relatief laag en de werkloosheid onder huishoudelijke hulpen loopt op. PwC deed onderzoek naar mogelijke oplossingen en concludeerde dat de dienstencheque de arbeidsmarkt voor laaggeschoolden stimuleert.
Vraagstimulering
PwC becijferde dat het systeem met dienstencheque tot ongeveer 228.000banen zou kunnen leiden, waarvan de helft nieuwe banen zijn. Dat is veel meer dan bij andere stimuleringsmaatregelen zoals de Melkertbanen of de Regeling dienstverlening aan huis. De maatregel richt zich op stimulering van de vraag, hetgeen leidt tot economische activiteit. Deze maatregel is ook kostenefficiënter dan eerdere maatregelen; meer dan 75 procent van de ingezette uitgaven van de overheid vloeit terug.
Argumenten
In België werkt de dienstencheque al tien jaar. Gebruikers kunnen cheques kopen tegen een gereduceerd tarief (€ 8,50 per uur) en daarvoor huishoudelijk werk laten verrichten door werknemers die in dienst zijn bij een erkende onderneming. De vakbonden bepleiten de invoering van een met België vergelijkbare dienstencheque, zodat de huidige rechtszekerheid en expertise overeind blijven. Ook Actiz, de organisatie van zorgondernemers, is een groot voorstander van de dienstencheques.
Scholing
Naast de dienstencheque is in de thuiszorg ook scholing op maat nodig. Wilt u inspiratie opdoen met goede voorbeelden van samenwerking tussen onderwijs en werkgevers? Hans Hoes beschrijft er een aantal in de nieuwste editie van Sociaal Bestek >>
Geef een reactie