Het gebruik van maatwerkvoorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zoals huishoudelijke hulp en een scootmobiel, lag vorig jaar 5 procent hoger dan een jaar eerder. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ziet dat mensen met middeninkomens en hoge inkomens meer gebruik zijn gaan maken van huishoudhulp.
Volgens het CBS hadden 1,1 miljoen mensen in 2019 een maatwerkvoorziening uit de Wmo. De meeste cliënten, 65 procent, maakten gebruik van hulpmiddelen en diensten als een rolstoel, een woningaanpassing of een vervoersdienst. Hulp bij het huishouden kreeg 38 procent van de cliënten en 27 procent had ondersteuning thuis, zoals persoonlijke verzorging of dagbesteding.
Eigen bijdrage
Sinds 2019 betaalt iedereen een standaardtarief: de eigen bijdrage van 19 euro per maand. Vooral mensen met hoge inkomens waren hierdoor goedkoper uit. Gemeenten vrezen dat zij meer gebruik zijn gaan maken van huishoudhulp en dat de kosten daardoor oplopen. Dat meldden EenVandaag en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten eerder dit jaar op basis van een enquête.
Meer gebruik huishoudhulp
In de lagere inkomensgroepen maken relatief de meeste mensen gebruik van maatwerkvoorzieningen. Wel bevestigt het CBS nu dat mensen met middeninkomens en hoge inkomens een groeiend beroep doen op huishoudhulp. Vorig jaar maakten vijf op de duizend inwoners met een hoog inkomen gebruik van huishoudelijke hulp, twee meer dan een jaar eerder. Bij de middeninkomens was een stijging te zien van 39 naar 47 cliënten per duizend inwoners.
Ter vergelijking: onder de lage inkomens maakten 86 van de duizend mensen in 2019 gebruik van huishoudhulp. De onderzoekers halen niet uit de cijfers hoezeer de toenames te wijten zijn aan de veranderde eigen bijdrage. Hoge- en middeninkomens zijn ook andere soorten maatwerkvoorzieningen meer gaan gebruiken, maar die toename is minder sterk.
Geef een reactie