Door de decentralisatie van de AWBZ komen er in de Wmo nieuwe cliëntgroepen bij. Veel Wmo-raden en gemeenten bereiken die nieuwe groepen onvoldoende. Dit blijkt uit het onderzoek van MOVISIE en de Koepel Wmo-raden.
Uit het onderzoek 'Cliëntenparticipatie in de voorbereiding van de AWBZ-transitie' blijkt dat de meeste gemeenten aan de slag zijn gegaan met de transformatie van de functie begeleiding, ondanks de val van het kabinet. Het in contact komen met de nieuwe doelgroep blijkt voor zestig procent van de Wmo-raden een knelpunt. De vertegenwoordigers van deze nieuwe doelgroep hebben vermoedelijk geen zitting in de Wmo-raden, waardoor de raadsleden het moeilijk vinden om hen te bereiken. Ook gemeenten worstelen hiermee, maar proberen via informatiebijeenkomsten en werkbezoeken de cliënten in beeld te krijgen.
Rolopvatting
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat Wmo-raden verschillende opvattingen hebben over de rol die zij ten opzichte van de gemeente willen aannemen. Veertig procent van de Wmo-raden wil zich alleen toeleggen op het controleren en adviseren van de gemeente. Voor de overige zestig procent is het niet voldoende om alleen te reageren op beleid. Zij zien voor zichzelf een meer proactieve rol in de beleidsvorming.
Methode
De gegevens komen uit literatuuronderzoek en een enquête onder Wmo-raden in grote, middelgrote en kleine gemeenten. Daarnaast zijn van vijf gemeenten ambtelijke projectleiders van de AWBZ-decentralisatie geïnterviewd.
Politieke partijen over de Wmo?
Geef een reactie